vervoeging van de bedrijvende vorm van dollariseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | dollariseren | te dollariseren | ||||||
toekomend | zullen dollariseren | te zullen dollariseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | gedollariseerd | te gedollariseerd | ||||||
toekomend | gedollariseerd zullen | gedollariseerd te zullen | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
dollariserend | gedollariseerd | ev. dollariseer |
mv. verouderd dollariseert |
dollarisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | dollariseer | dollariseert | dollariseert | dollariseert | dollariseert | dollariseren | dollariseren | dollariseren | |
verleden (o.v.t.) | dollariseerde | dollariseerde | dollariseerde | dollariseerde | dollariseerde | dollariseerden | dollariseerden | dollariseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal dollariseren | zult/zal dollariseren | zult/zal dollariseren | zult dollariseren | zal dollariseren | zullen dollariseren | zullen dollariseren | zullen dollariseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou dollariseren | zou dollariseren | zou(dt) dollariseren | zoudt dollariseren | zou dollariseren | zouden dollariseren | zouden dollariseren | zouden dollariseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |