vervoeging van de bedrijvende vorm van doorprocederen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorprocederen | door te procederen | ||||||
toekomend | zullen doorprocederen door zullen procederen |
te zullen doorprocederen door te zullen procederen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben doorgeprocedeerd | te hebben doorgeprocedeerd | ||||||
toekomend | doorgeprocedeerd zullen hebben | doorgeprocedeerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
doorprocederend | doorgeprocedeerd | ev. procedeer door |
mv. verouderd procedeert door |
procedere door (bijzin) doorprocedere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | procedeer door | procedeert door | procedeert door | procedeert door | procedeert door | procederen door | procederen door | procederen door | |
verleden (o.v.t.) | procedeerde door | procedeerde door | procedeerde door | procedeerde door | procedeerde door | procedeerden door | procedeerden door | procedeerden door | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorprocederen | zult/zal doorprocederen | zult/zal doorprocederen | zult doorprocederen | zal doorprocederen | zullen doorprocederen | zullen doorprocederen | zullen doorprocederen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorprocederen | zou doorprocederen | zou(dt) doorprocederen | zoudt doorprocederen | zou doorprocederen | zouden doorprocederen | zouden doorprocederen | zouden doorprocederen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | doorprocedeer | doorprocedeert | doorprocedeert | doorprocedeert | doorprocedeert | doorprocederen | doorprocederen | doorprocederen | |
verleden (o.v.t.) | doorprocedeerde | doorprocedeerde | doorprocedeerde | doorprocedeerde | doorprocedeerde | doorprocedeerden | doorprocedeerden | doorprocedeerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorprocederen door zal procederen |
zult/zal doorprocederen door zult/zal procederen |
zult/zal doorprocederen door zult/zal procederen |
zult doorprocederen door zult procederen |
zal doorprocederen door zal procederen |
zullen doorprocederen door zullen procederen |
zullen doorprocederen door zullen procederen |
zullen doorprocederen door zullen procederen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorprocederen door zou procederen |
zou doorprocederen door zou procederen |
zou(dt) doorprocederen door zou(dt) procederen |
zoudt doorprocederen door zoudt procederen |
zou doorprocederen door zou procederen |
zouden doorprocederen door zouden procederen |
zouden doorprocederen door zouden procederen |
zouden doorprocederen door zouden procederen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb doorgeprocedeerd | hebt doorgeprocedeerd | hebt/heeft doorgeprocedeerd | hebt doorgeprocedeerd | heeft doorgeprocedeerd | hebben doorgeprocedeerd | hebben doorgeprocedeerd | hebben doorgeprocedeerd | |
verleden (v.v.t.) | had doorgeprocedeerd | had doorgeprocedeerd | had doorgeprocedeerd | hadt doorgeprocedeerd | had doorgeprocedeerd | hadden doorgeprocedeerd | hadden doorgeprocedeerd | hadden doorgeprocedeerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgeprocedeerd hebben | zal/zult doorgeprocedeerd hebben | zult/zal doorgeprocedeerd hebben | zult doorgeprocedeerd hebben | zal doorgeprocedeerd hebben | zullen doorgeprocedeerd hebben | zullen doorgeprocedeerd hebben | zullen doorgeprocedeerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgeprocedeerd hebben | zou doorgeprocedeerd hebben | zou/zoudt doorgeprocedeerd hebben | zoudt doorgeprocedeerd hebben | zou doorgeprocedeerd hebben | zouden doorgeprocedeerd hebben | zouden doorgeprocedeerd hebben | zouden doorgeprocedeerd hebben |