doorspitten/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van doorspitten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		doorspitten			door te spitten
onvoltooid	toekomend		zullen doorspitten door zullen spitten			te zullen doorspitten door te zullen spitten
voltooid	tegenwoordig		hebben doorgespit			te hebben doorgespit
voltooid	toekomend		doorgespit zullen hebben			doorgespit te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	doorspittend		doorgespit			ev. spit door	mv. verouderd spit door	spitte door (bijzin) doorspitte
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	spit door	spit door	spit door	spit door	spit door	spitten door	spitten door	spitten door
verleden (o.v.t.)	spitte door	spitte door	spitte door	spitte door	spitte door	spitten door	spitten door	spitten door
toekomend (o.t.t.t.)	zal doorspitten	zult/zal doorspitten	zult/zal doorspitten	zult doorspitten	zal doorspitten	zullen doorspitten	zullen doorspitten	zullen doorspitten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doorspitten	zou doorspitten	zou(dt) doorspitten	zoudt doorspitten	zou doorspitten	zouden doorspitten	zouden doorspitten	zouden doorspitten
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	doorspit	doorspit	doorspit	doorspit	doorspit	doorspitten	doorspitten	doorspitten
verleden (o.v.t.)	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitten	doorspitten	doorspitten
toekomend (o.t.t.t.)	zal doorspitten door zal spitten	zult/zal doorspitten door zult/zal spitten	zult/zal doorspitten door zult/zal spitten	zult doorspitten door zult spitten	zal doorspitten door zal spitten	zullen doorspitten door zullen spitten	zullen doorspitten door zullen spitten	zullen doorspitten door zullen spitten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doorspitten door zou spitten	zou doorspitten door zou spitten	zou(dt) doorspitten door zou(dt) spitten	zoudt doorspitten door zoudt spitten	zou doorspitten door zou spitten	zouden doorspitten door zouden spitten	zouden doorspitten door zouden spitten	zouden doorspitten door zouden spitten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb doorgespit	hebt doorgespit	hebt/heeft doorgespit	hebt doorgespit	heeft doorgespit	hebben doorgespit	hebben doorgespit	hebben doorgespit
verleden (v.v.t.)	had doorgespit	had doorgespit	had doorgespit	hadt doorgespit	had doorgespit	hadden doorgespit	hadden doorgespit	hadden doorgespit
toekomend (v.t.t.t.)	zal doorgespit hebben	zal/zult doorgespit hebben	zult/zal doorgespit hebben	zult doorgespit hebben	zal doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou doorgespit hebben	zou doorgespit hebben	zou/zoudt doorgespit hebben	zoudt doorgespit hebben	zou doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben

vervoeging van de bedrijvende vorm van doorspitten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		doorspitten			door te spitten
onvoltooid	toekomend		zullen doorspitten door zullen spitten			te zullen doorspitten door te zullen spitten
voltooid	tegenwoordig		hebben doorgespit			te hebben doorgespit
voltooid	toekomend		doorgespit zullen hebben			doorgespit te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	doorspittend		doorgespit			ev. spit door	mv. verouderd spit door	spitte door (bijzin) doorspitte
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	spit door	spit door	spit door	spit door	spit door	spitten door	spitten door	spitten door
verleden (o.v.t.)	spitte door	spitte door	spitte door	spitte door	spitte door	spitten door	spitten door	spitten door
toekomend (o.t.t.t.)	zal doorspitten	zult/zal doorspitten	zult/zal doorspitten	zult doorspitten	zal doorspitten	zullen doorspitten	zullen doorspitten	zullen doorspitten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doorspitten	zou doorspitten	zou(dt) doorspitten	zoudt doorspitten	zou doorspitten	zouden doorspitten	zouden doorspitten	zouden doorspitten
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	doorspit	doorspit	doorspit	doorspit	doorspit	doorspitten	doorspitten	doorspitten
verleden (o.v.t.)	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitte	doorspitten	doorspitten	doorspitten
toekomend (o.t.t.t.)	zal doorspitten door zal spitten	zult/zal doorspitten door zult/zal spitten	zult/zal doorspitten door zult/zal spitten	zult doorspitten door zult spitten	zal doorspitten door zal spitten	zullen doorspitten door zullen spitten	zullen doorspitten door zullen spitten	zullen doorspitten door zullen spitten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doorspitten door zou spitten	zou doorspitten door zou spitten	zou(dt) doorspitten door zou(dt) spitten	zoudt doorspitten door zoudt spitten	zou doorspitten door zou spitten	zouden doorspitten door zouden spitten	zouden doorspitten door zouden spitten	zouden doorspitten door zouden spitten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb doorgespit	hebt doorgespit	hebt/heeft doorgespit	hebt doorgespit	heeft doorgespit	hebben doorgespit	hebben doorgespit	hebben doorgespit
verleden (v.v.t.)	had doorgespit	had doorgespit	had doorgespit	hadt doorgespit	had doorgespit	hadden doorgespit	hadden doorgespit	hadden doorgespit
toekomend (v.t.t.t.)	zal doorgespit hebben	zal/zult doorgespit hebben	zult/zal doorgespit hebben	zult doorgespit hebben	zal doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben	zullen doorgespit hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou doorgespit hebben	zou doorgespit hebben	zou/zoudt doorgespit hebben	zoudt doorgespit hebben	zou doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben	zouden doorgespit hebben

doorspitten/vervoeging

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot