drieënzestig

0	0	6	3

drieënzestig,
op een abacus

• Geluid:  drieënzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdrijənˌsɛstəx / (4 lettergrepen)

• drieën·zes·tig, drie·en·zes·tig

• samenstelling van  drie ht  en  zestig ht  met het invoegsel -en- 

drieënzestig

1. "63", het getal tussen tweeënzestig en vierenzestig, zestig plus drie
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen drieënzestig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • Het juiste antwoord op opgave drieënzestig is "42". 

• 63 (decimaal)
• 111111 (binair)
• 3F (hexadecimaal)
• LXIII (Romeins)

• drieënzestigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "drieënzestig" ht

• drieënzestigjarige
• drieënzestigtal
• drieënzestigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "drieënzestig" ht

• drieënzestigjarig
• drieënzestigvoudig

bijwoord

• drieënzestigmaal

rangtelwoord

• drieënzestigste, drieënzestigsten

hooftelwoorden samengesteld met "drieënzestig" ht als linkerdeel

• drieënzestig en een half
• drieënzestigduizend
• drieënzestigenhalf
• drieënzestighonderd

de drieënzestig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 63 is aangeduid

   • Het is weer de drieënzestig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
   • Haar vierenzestigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de drieënzestig eenmaal voorbij was. 

de drieënzestig mv

1. groep van 63 eenheden

   • De drieënzestig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

• Het woord drieënzestig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.