tweeënveertig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tweeënveertig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tweeënveertig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tweeënveertig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tweeënveertig is hier. De definitie van het woord tweeënveertig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantweeënveertig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

0 0 4 2
tweeënveertig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003 ∞
Uitspraak
Woordafbreking
  • tweeën·veer·tig, twee·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweeënveertig

  1. "42", het getal tussen eenenveertig en drieënveertig, veertig plus twee
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweeënveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave tweeënveertig is toevallig ook "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

zelfstandig naamwoord samengesteld met "tweeënveertig" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "tweeënveertig" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweeënveertig" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "tweeënveertig" ht als rechterdeel
Vertalingen
    1. het getal 42   
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeënveertig tweeënveertigs
verkleinwoord tweeënveertigje tweeënveertigjes

Zelfstandig naamwoord

de tweeënveertig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 42 is aangeduid
    • Het is weer de tweeënveertig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar drieënveertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de tweeënveertig eenmaal voorbij was. 

de tweeënveertig mv

  1. groep van 42 eenheden
    • De tweeënveertig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

Meer informatie

Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot