drieënzeventig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord drieënzeventig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord drieënzeventig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je drieënzeventig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord drieënzeventig is hier. De definitie van het woord drieënzeventig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandrieënzeventig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
0 0 7 3
drieënzeventig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
  • drieën·ze·ven·tig, drie·en·ze·ven·tig

drieënzeventig

  1. "73", het getal tussen tweeënzeventig en vierenzeventig, zeventig plus drie
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen drieënzeventig euro en zevenendertig cent. 
      • Vandaag de dag lijkt Albert Maillard ons niet erg lang met zijn één meter drieënzeventig, maar in zijn tijd was het goed. [1] 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave drieënzeventig is "42". 

zelfstandig naamwoord samengesteld met "drieënzeventig" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "drieënzeventig" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "drieënzeventig" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "drieënzeventig" ht als rechterdeel
enkelvoud meervoud
naamwoord drieënzeventig drieënzeventigs
verkleinwoord drieënzeventigje drieënzeventigjes

de drieënzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 73 is aangeduid
    • Het is weer de drieënzeventig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar vierenzeventigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de drieënzeventig eenmaal voorbij was. 

de drieënzeventigmv

  1. groep van 73 eenheden
    • De drieënzeventig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 
  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16