einden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van einden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		einden			te einden
onvoltooid	toekomend		zullen einden			te zullen einden
voltooid	tegenwoordig		hebben geëind			te hebben geëind
voltooid	toekomend		geëind zullen hebben			geëind te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	eindend		geëind			ev. eind	mv. verouderd eindt	einde
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	eind	eindt	eindt	eindt	eindt	einden	einden	einden
verleden (o.v.t.)	eindde	eindde	eindde	eindde	eindde	eindden	eindden	eindden
toekomend (o.t.t.t.)	zal einden	zult/zal einden	zult/zal einden	zult einden	zal einden	zullen einden	zullen einden	zullen einden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou einden	zou einden	zou(dt) einden	zoudt einden	zou einden	zouden einden	zouden einden	zouden einden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geëind	hebt geëind	hebt/heeft geëind	hebt geëind	heeft geëind	hebben geëind	hebben geëind	hebben geëind
verleden (v.v.t.)	had geëind	had geëind	had geëind	hadt geëind	had geëind	hadden geëind	hadden geëind	hadden geëind
toekomend (v.t.t.t.)	zal geëind hebben	zal/zult geëind hebben	zult/zal geëind hebben	zult geëind hebben	zal geëind hebben	zullen geëind hebben	zullen geëind hebben	zullen geëind hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geëind hebben	zou geëind hebben	zou/zoudt geëind hebben	zoudt geëind hebben	zou geëind hebben	zouden geëind hebben	zouden geëind hebben	zouden geëind hebben

einden/vervoeging

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot