| vervoeging van de bedrijvende vorm van fossiliseren | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
| onvoltooid | tegenwoordig | fossiliseren | te fossiliseren | ||||||
| toekomend | zullen fossiliseren | te zullen fossiliseren | |||||||
| voltooid | tegenwoordig | zijn gefossiliseerd | te zijn gefossiliseerd | ||||||
| toekomend | gefossiliseerd zullen zijn | gefossiliseerd te zullen zijn | |||||||
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
| fossiliserend | gefossiliseerd | ev. fossiliseer |
mv. verouderd fossiliseert |
fossilisere | |||||
| aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
| onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
| tegenwoordig (o.t.t.) | fossiliseer | fossiliseert | fossiliseert | fossiliseert | fossiliseert | fossiliseren | fossiliseren | fossiliseren | |
| verleden (o.v.t.) | fossiliseerde | fossiliseerde | fossiliseerde | fossiliseerde | fossiliseerde | fossiliseerden | fossiliseerden | fossiliseerden | |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal fossiliseren | zult/zal fossiliseren | zult/zal fossiliseren | zult fossiliseren | zal fossiliseren | zullen fossiliseren | zullen fossiliseren | zullen fossiliseren | |
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou fossiliseren | zou fossiliseren | zou(dt) fossiliseren | zoudt fossiliseren | zou fossiliseren | zouden fossiliseren | zouden fossiliseren | zouden fossiliseren | |
| voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
| tegenwoordig (v.t.t.) | ben gefossiliseerd | bent gefossiliseerd | bent/is gefossiliseerd | zijt gefossiliseerd | is gefossiliseerd | zijn gefossiliseerd | zijn gefossiliseerd | zijn gefossiliseerd | |
| verleden (v.v.t.) | was gefossiliseerd | was gefossiliseerd | was gefossiliseerd | waart gefossiliseerd | was gefossiliseerd | waren gefossiliseerd | waren gefossiliseerd | waren gefossiliseerd | |
| toekomend (v.t.t.t.) | zal gefossiliseerd zijn | zal/zult gefossiliseerd zijn | zult/zal gefossiliseerd zijn | zult gefossiliseerd zijn | zal gefossiliseerd zijn | zullen gefossiliseerd zijn | zullen gefossiliseerd zijn | zullen gefossiliseerd zijn | |
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gefossiliseerd zijn | zou gefossiliseerd zijn | zou/zoudt gefossiliseerd zijn | zoudt gefossiliseerd zijn | zou gefossiliseerd zijn | zouden gefossiliseerd zijn | zouden gefossiliseerd zijn | zouden gefossiliseerd zijn | |