Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
holt. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
holt, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
holt in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
holt is hier. De definitie van het woord
holt zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
holt, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het holt o
- (onderwijs) (historisch) (België) beroepsopleiding met veel theoretische kennis die 4 of 5 jaar duurt, vergelijkbaar met de tegenwoordige masteropleiding aan een hogeschool
holt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hollen
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hollen
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hollen
holt
- hout
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hultą
holt o
- hout
holt
- hout
- Uit het Angelsaksische holt
holt
- bos, een klein woud; een beboste heuvel, bosschage
holt o
- hout
- tak, stok, balk
- bos
- hout (meer gangbare uitspraakvariant)
holt
- hout
holt
- hout
holt
- hout
holt
- onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van hol
holt
- onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van hol
holt
- onbepaald onzijdig enkelvoud van hol
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hultą
holt o [3]
- hout
- boom
- bos, woud
holt [4]
- trouw, toegenegen
holt
- bos, bosschage
holt
- hout
- Afgeleid van het Duitse halt
holt
- (spreektaal) nou
holt
- hout
holt
- hout