inscheppen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inscheppen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inscheppen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inscheppen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inscheppen/vervoeging is hier. De definitie van het woord inscheppen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninscheppen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van inscheppen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig inscheppen in te scheppen
toekomend zullen inscheppen
in zullen scheppen 		te zullen inscheppen
in te zullen scheppen
voltooid tegenwoordig hebben ingeschept te hebben ingeschept
toekomend ingeschept zullen hebben ingeschept te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
inscheppend ingeschept ev.
schep in		 mv. verouderd
schept in		 scheppe in
(bijzin) inscheppe
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
hoofdzin ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) schep in schept in schept in schept in schept in scheppen in scheppen in scheppen in
verleden (o.v.t.) schepte in schepte in schepte in schepte in schepte in schepten in schepten in schepten in
toekomend (o.t.t.t.) zal inscheppen zult/zal inscheppen zult/zal inscheppen zult inscheppen zal inscheppen zullen inscheppen zullen inscheppen zullen inscheppen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou inscheppen zou inscheppen zou(dt) inscheppen zoudt inscheppen zou inscheppen zouden inscheppen zouden inscheppen zouden inscheppen
bijzin .. dat ik .. dat jij, je .. dat u .. dat gij .. dat hij, zij, het .. dat wij .. dat jullie .. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.) inschep inschept inschept inschept inschept inscheppen inscheppen inscheppen
verleden (o.v.t.) inschepte inschepte inschepte inschepte inschepte inschepten inschepten inschepten
toekomend (o.t.t.t.) zal inscheppen
in zal scheppen 		zult/zal inscheppen
in zult/zal scheppen		 zult/zal inscheppen
in zult/zal scheppen		 zult inscheppen
in zult scheppen		 zal inscheppen
in zal scheppen		 zullen inscheppen
in zullen scheppen		 zullen inscheppen
in zullen scheppen		 zullen inscheppen
in zullen scheppen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou inscheppen
in zou scheppen 		zou inscheppen
in zou scheppen		 zou(dt) inscheppen
in zou(dt) scheppen		 zoudt inscheppen
in zoudt scheppen		 zou inscheppen
in zou scheppen		 zouden inscheppen
in zouden scheppen		 zouden inscheppen
in zouden scheppen		 zouden inscheppen
in zouden scheppen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb ingeschept hebt ingeschept hebt/heeft ingeschept hebt ingeschept heeft ingeschept hebben ingeschept hebben ingeschept hebben ingeschept
verleden (v.v.t.) had ingeschept had ingeschept had ingeschept hadt ingeschept had ingeschept hadden ingeschept hadden ingeschept hadden ingeschept
toekomend (v.t.t.t.) zal ingeschept hebben zal/zult ingeschept hebben zult/zal ingeschept hebben zult ingeschept hebben zal ingeschept hebben zullen ingeschept hebben zullen ingeschept hebben zullen ingeschept hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou ingeschept hebben zou ingeschept hebben zou/zoudt ingeschept hebben zoudt ingeschept hebben zou ingeschept hebben zouden ingeschept hebben zouden ingeschept hebben zouden ingeschept hebben


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot