vervoeging van de bedrijvende vorm van insisteren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | insisteren | te insisteren | ||||||
toekomend | zullen insisteren | te zullen insisteren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geïnsisteerd | te hebben geïnsisteerd | ||||||
toekomend | geïnsisteerd zullen hebben | geïnsisteerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
insisterend | geïnsisteerd | ev. insisteer |
mv. verouderd insisteert |
insistere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | insisteer | insisteert | insisteert | insisteert | insisteert | insisteren | insisteren | insisteren | |
verleden (o.v.t.) | insisteerde | insisteerde | insisteerde | insisteerde | insisteerde | insisteerden | insisteerden | insisteerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal insisteren | zult/zal insisteren | zult/zal insisteren | zult insisteren | zal insisteren | zullen insisteren | zullen insisteren | zullen insisteren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou insisteren | zou insisteren | zou(dt) insisteren | zoudt insisteren | zou insisteren | zouden insisteren | zouden insisteren | zouden insisteren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geïnsisteerd | hebt geïnsisteerd | hebt/heeft geïnsisteerd | hebt geïnsisteerd | heeft geïnsisteerd | hebben geïnsisteerd | hebben geïnsisteerd | hebben geïnsisteerd | |
verleden (v.v.t.) | had geïnsisteerd | had geïnsisteerd | had geïnsisteerd | hadt geïnsisteerd | had geïnsisteerd | hadden geïnsisteerd | hadden geïnsisteerd | hadden geïnsisteerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnsisteerd hebben | zal/zult geïnsisteerd hebben | zult/zal geïnsisteerd hebben | zult geïnsisteerd hebben | zal geïnsisteerd hebben | zullen geïnsisteerd hebben | zullen geïnsisteerd hebben | zullen geïnsisteerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnsisteerd hebben | zou geïnsisteerd hebben | zou/zoudt geïnsisteerd hebben | zoudt geïnsisteerd hebben | zou geïnsisteerd hebben | zouden geïnsisteerd hebben | zouden geïnsisteerd hebben | zouden geïnsisteerd hebben |