krieuwen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van krieuwen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		krieuwen			te krieuwen
onvoltooid	toekomend		zullen krieuwen			te zullen krieuwen
voltooid	tegenwoordig		hebben gekrieuwd			te hebben gekrieuwd
voltooid	toekomend		gekrieuwd zullen hebben			gekrieuwd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	krieuwend		gekrieuwd			ev. krieuw	mv. verouderd krieuwt	krieuwe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	krieuw	krieuwt	krieuwt	krieuwt	krieuwt	krieuwen	krieuwen	krieuwen
verleden (o.v.t.)	krieuwde	krieuwde	krieuwde	krieuwde	krieuwde	krieuwden	krieuwden	krieuwden
toekomend (o.t.t.t.)	zal krieuwen	zult/zal krieuwen	zult/zal krieuwen	zult krieuwen	zal krieuwen	zullen krieuwen	zullen krieuwen	zullen krieuwen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou krieuwen	zou krieuwen	zou(dt) krieuwen	zoudt krieuwen	zou krieuwen	zouden krieuwen	zouden krieuwen	zouden krieuwen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gekrieuwd	hebt gekrieuwd	hebt/heeft gekrieuwd	hebt gekrieuwd	heeft gekrieuwd	hebben gekrieuwd	hebben gekrieuwd	hebben gekrieuwd
verleden (v.v.t.)	had gekrieuwd	had gekrieuwd	had gekrieuwd	hadt gekrieuwd	had gekrieuwd	hadden gekrieuwd	hadden gekrieuwd	hadden gekrieuwd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gekrieuwd hebben	zal/zult gekrieuwd hebben	zult/zal gekrieuwd hebben	zult gekrieuwd hebben	zal gekrieuwd hebben	zullen gekrieuwd hebben	zullen gekrieuwd hebben	zullen gekrieuwd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gekrieuwd hebben	zou gekrieuwd hebben	zou/zoudt gekrieuwd hebben	zoudt gekrieuwd hebben	zou gekrieuwd hebben	zouden gekrieuwd hebben	zouden gekrieuwd hebben	zouden gekrieuwd hebben

krieuwen/vervoeging

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot