vervoeging van de bedrijvende vorm van overstaan | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overstaan | te overstaan | ||||||
toekomend | zullen overstaan | te zullen overstaan | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overstaan | te hebben overstaan | ||||||
toekomend | overstaan zullen hebben | overstaan te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
overstaand | overstaan | ev. oversta |
mv. verouderd overstaat |
oversta | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | oversta | overstaat | overstaat | overstaat | overstaat | overstaan | overstaan | overstaan | |
verleden (o.v.t.) | overstond | overstond | overstond | overstondt | overstond | overstonden | overstonden | overstonden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal overstaan | zult/zal overstaan | zult/zal overstaan | zult overstaan | zal overstaan | zullen overstaan | zullen overstaan | zullen overstaan | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overstaan | zou overstaan | zou(dt) overstaan | zoudt overstaan | zou overstaan | zouden overstaan | zouden overstaan | zouden overstaan | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overstaan | hebt overstaan | hebt/heeft overstaan | hebt overstaan | heeft overstaan | hebben overstaan | hebben overstaan | hebben overstaan | |
verleden (v.v.t.) | had overstaan | had overstaan | had overstaan | hadt overstaan | had overstaan | hadden overstaan | hadden overstaan | hadden overstaan | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal overstaan hebben | zal/zult overstaan hebben | zult/zal overstaan hebben | zult overstaan hebben | zal overstaan hebben | zullen overstaan hebben | zullen overstaan hebben | zullen overstaan hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overstaan hebben | zou overstaan hebben | zou/zoudt overstaan hebben | zoudt overstaan hebben | zou overstaan hebben | zouden overstaan hebben | zouden overstaan hebben | zouden overstaan hebben |