Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pak is hier. De definitie van het woord
pak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘bundel’ voor het eerst aangetroffen in 1244 [1]
- [2]
pak o
- (algemeen) hoeveelheid die een geheel vormt
- verpakt voorwerp
- Er kwam met Kerst een groot pak met de post.
- ▸ Barbie werd uitgelachen dat hij al drie weken lang alleen maar ‘ramen bomb’ at (een pakje noedels met een pakje aardappelpuree en een blik tonijn door elkaar).[3]
- een grote hoeveelheid die iets helemaal bedekt
- Er is een dik pak sneeuw gevallen
- ▸ Ik duwde de deur met beide handen open en zag dat er ’s nachts een dik pak sneeuw was gevallen, waarvan een stukje geel kleurde toen ik er mijn waterfles in leegde.[3]
- (kleding) een kledingcombinatie bestaande uit ten minste een jasje en een broek of rok; gewaad, kostuum
- Hij kocht voor de gelegenheid een nieuw pak.
- ▸ Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[4]
- (kleding) een kledingstuk dat het hele lichaam omvat
- ▸ De outfit komt 'met alle toeters en bellen', inclusief de aanpassingen die Whitney zelf heeft gedaan. In het grijze pak dat de zangeres onder de outfit droeg, zitten zelfs nog wat gaten die er tijdens de opnames zijn ingekomen. Ook missen er daardoor wat chromen balletjes die aan het pak zaten.[5]
- (dierkunde) een groep wolven
- Een pak wolven had het voorzien op een kudde schapen.
Het niet meer zien zitten
- De jongste ezel moet het pak dragen
de jongste moet de vervelende klusjes opknappen
- Een pak van mijn hart zijn
een geruststelling zijn
met veel bagage gaan
- Niet bij de pakken neerzitten
- Van hetzelfde laken een pak zijn
identieke situatie
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
pak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pakken
- gebiedende wijs van pakken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pakken
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- ↑ "pak" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
- ↑ Weblink bron “Filmoutfit Whitney Houston uit The Bodyguard onder de hamer” (20-08-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pak
- pakket
pak
- (spreektaal) mijnheer, de heer, aanspreektitel voor een oudere man
- pakje, pakket, doos
- pacht
- niet-officiële schrijfwijze voor pakta "pact, verdrag"
- pak ogah
- berpak-pak, mempak, mengepak, mengepaki, pak-pakan, pengepak, pengepakan
- mempak, mengepak, mempakkan, mengepakkan, pempakan, pengepakan
pak
- pakket, pakje
- pak; een kledingcombinatie bestaande uit ten minste een jasje en een broek of rok, gewaad, kostuum
pak
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van pakken
- Afgeleid van het Angelsaksische *pæcca en of het Middelnederlandse pak / packe
pak
- pakket
- pak; verpakt voorwerp
- kudde, pak, schol, menigte; een groep mensen of dieren
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pakъ
pak
- maar, echter
- Afgeleid van het Duitse Pech
- Afgeleid van het Engelse pack (ice)
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pakъ
pak m
- pek
pak m
- pakijs
pak
- (verouderd) dan
pak
- genitief meervoud van paka
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pakъ
pak
- dan, later
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pakъ
pak
- dan, later
pak
- dan, daarna
pak monbezield
- pakket
pak
- genitief meervoud van paka
pak
- genitief meervoud van pako