pakken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pakken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pakken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pakken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pakken is hier. De definitie van het woord pakken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpakken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: packen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • van Middelnederlands packen, op te vatten als afgeleid van  pak zn  met het achtervoegsel -en
    • in de betekenis van ‘grijpen’ aangetroffen vanaf 1660
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pakken
/'pɑkə(n)/
pakte
/'pɑktə/
gepakt
/ɣə'pɑkt/
zwak -t volledig

Werkwoord

pakken

  1. overgankelijk in de handen nemen
    • Hij pakte zijn gitaar en speelde een deuntje. 
  2. overgankelijk gevangen nemen
    • De dief werd al snel gepakt. 
  3. overgankelijk door het weloverwogen vullen of laden met spullen gereedmaken om op reis mee te nemen
    • Ik heb mijn grote koffer al gepakt, maar mijn tas met handbagage doe ik morgen pas. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
•  Zou ik het überhaupt durven, of zou ik halverwege de nacht mijn biezen pakken en verder trekken op zoek naar de eerstvolgende tent langs de trail? Op de derde avond was het grote moment aangebroken: helemaal alleen in mijn tent de nacht doorbrengen.  
  •  te pakken krijgen
    1. arresteren
• Na zijn vlucht kreeg de politie hem dezelfde dag nog te pakken. 
  •  te pakken krijgen
    (figuurlijk) contact met iemand kunnen maken
• Ik zal even kijken of ik hem te pakken kan krijgen 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de pakkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pak

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • pak·ken

Zelfstandig naamwoord

pakken, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke


Noors

Woordafbreking
  • pak·ken
Naar frequentie 3822

Zelfstandig naamwoord

pakken, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • pak·ken

Zelfstandig naamwoord

pakken, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke
Schrijfwijzen