vervoeging van de bedrijvende vorm van polymeriseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | polymeriseren | te polymeriseren | ||||||
toekomend | zullen polymeriseren | te zullen polymeriseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn gepolymeriseerd | te zijn gepolymeriseerd | ||||||
toekomend | gepolymeriseerd zullen zijn | gepolymeriseerd te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
polymeriserend | gepolymeriseerd | ev. polymeriseer |
mv. verouderd polymeriseert |
polymerisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | polymeriseer | polymeriseert | polymeriseert | polymeriseert | polymeriseert | polymeriseren | polymeriseren | polymeriseren | |
verleden (o.v.t.) | polymeriseerde | polymeriseerde | polymeriseerde | polymeriseerde | polymeriseerde | polymeriseerden | polymeriseerden | polymeriseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal polymeriseren | zult/zal polymeriseren | zult/zal polymeriseren | zult polymeriseren | zal polymeriseren | zullen polymeriseren | zullen polymeriseren | zullen polymeriseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou polymeriseren | zou polymeriseren | zou(dt) polymeriseren | zoudt polymeriseren | zou polymeriseren | zouden polymeriseren | zouden polymeriseren | zouden polymeriseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gepolymeriseerd | bent gepolymeriseerd | bent/is gepolymeriseerd | zijt gepolymeriseerd | is gepolymeriseerd | zijn gepolymeriseerd | zijn gepolymeriseerd | zijn gepolymeriseerd | |
verleden (v.v.t.) | was gepolymeriseerd | was gepolymeriseerd | was gepolymeriseerd | waart gepolymeriseerd | was gepolymeriseerd | waren gepolymeriseerd | waren gepolymeriseerd | waren gepolymeriseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gepolymeriseerd zijn | zal/zult gepolymeriseerd zijn | zult/zal gepolymeriseerd zijn | zult gepolymeriseerd zijn | zal gepolymeriseerd zijn | zullen gepolymeriseerd zijn | zullen gepolymeriseerd zijn | zullen gepolymeriseerd zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gepolymeriseerd zijn | zou gepolymeriseerd zijn | zou/zoudt gepolymeriseerd zijn | zoudt gepolymeriseerd zijn | zou gepolymeriseerd zijn | zouden gepolymeriseerd zijn | zouden gepolymeriseerd zijn | zouden gepolymeriseerd zijn |