vervoeging van de bedrijvende vorm van russificeren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | russificeren | te russificeren | ||||||
toekomend | zullen russificeren | te zullen russificeren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gerussificeerd | te hebben gerussificeerd | ||||||
toekomend | gerussificeerd zullen hebben | gerussificeerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
russificerend | gerussificeerd | ev. russificeer |
mv. verouderd russificeert |
russificere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | russificeer | russificeert | russificeert | russificeert | russificeert | russificeren | russificeren | russificeren | |
verleden (o.v.t.) | russificeerde | russificeerde | russificeerde | russificeerde | russificeerde | russificeerden | russificeerden | russificeerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal russificeren | zult/zal russificeren | zult/zal russificeren | zult russificeren | zal russificeren | zullen russificeren | zullen russificeren | zullen russificeren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou russificeren | zou russificeren | zou(dt) russificeren | zoudt russificeren | zou russificeren | zouden russificeren | zouden russificeren | zouden russificeren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gerussificeerd | hebt gerussificeerd | hebt/heeft gerussificeerd | hebt gerussificeerd | heeft gerussificeerd | hebben gerussificeerd | hebben gerussificeerd | hebben gerussificeerd | |
verleden (v.v.t.) | had gerussificeerd | had gerussificeerd | had gerussificeerd | hadt gerussificeerd | had gerussificeerd | hadden gerussificeerd | hadden gerussificeerd | hadden gerussificeerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerussificeerd hebben | zal/zult gerussificeerd hebben | zult/zal gerussificeerd hebben | zult gerussificeerd hebben | zal gerussificeerd hebben | zullen gerussificeerd hebben | zullen gerussificeerd hebben | zullen gerussificeerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerussificeerd hebben | zou gerussificeerd hebben | zou/zoudt gerussificeerd hebben | zoudt gerussificeerd hebben | zou gerussificeerd hebben | zouden gerussificeerd hebben | zouden gerussificeerd hebben | zouden gerussificeerd hebben |