vervoeging van de bedrijvende vorm van stoelen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | stoelen | te stoelen | ||||||
toekomend | zullen stoelen | te zullen stoelen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gestoeld | te hebben gestoeld | ||||||
toekomend | gestoeld zullen hebben | gestoeld te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
stoelend | gestoeld | ev. stoel |
mv. verouderd stoelt |
stoele | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | stoel | stoelt | stoelt | stoelt | stoelt | stoelen | stoelen | stoelen | |
verleden (o.v.t.) | stoelde | stoelde | stoelde | stoelde | stoelde | stoelden | stoelden | stoelden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal stoelen | zult/zal stoelen | zult/zal stoelen | zult stoelen | zal stoelen | zullen stoelen | zullen stoelen | zullen stoelen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stoelen | zou stoelen | zou(dt) stoelen | zoudt stoelen | zou stoelen | zouden stoelen | zouden stoelen | zouden stoelen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gestoeld | hebt gestoeld | hebt/heeft gestoeld | hebt gestoeld | heeft gestoeld | hebben gestoeld | hebben gestoeld | hebben gestoeld | |
verleden (v.v.t.) | had gestoeld | had gestoeld | had gestoeld | hadt gestoeld | had gestoeld | hadden gestoeld | hadden gestoeld | hadden gestoeld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gestoeld hebben | zal/zult gestoeld hebben | zult/zal gestoeld hebben | zult gestoeld hebben | zal gestoeld hebben | zullen gestoeld hebben | zullen gestoeld hebben | zullen gestoeld hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gestoeld hebben | zou gestoeld hebben | zou/zoudt gestoeld hebben | zoudt gestoeld hebben | zou gestoeld hebben | zouden gestoeld hebben | zouden gestoeld hebben | zouden gestoeld hebben |