vervoeging van de bedrijvende vorm van uitkristalliseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitkristalliseren | uit te kristalliseren | ||||||
toekomend | zullen uitkristalliseren uit zullen kristalliseren |
te zullen uitkristalliseren uit te zullen kristalliseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn uitgekristalliseerd | te zijn uitgekristalliseerd | ||||||
toekomend | uitgekristalliseerd zullen zijn | uitgekristalliseerd te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
uitkristalliserend | uitgekristalliseerd | ev. kristalliseer uit |
mv. verouderd kristalliseert uit |
kristallisere uit (bijzin) uitkristallisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | kristalliseer uit | kristalliseert uit | kristalliseert uit | kristalliseert uit | kristalliseert uit | kristalliseren uit | kristalliseren uit | kristalliseren uit | |
verleden (o.v.t.) | kristalliseerde uit | kristalliseerde uit | kristalliseerde uit | kristalliseerde uit | kristalliseerde uit | kristalliseerden uit | kristalliseerden uit | kristalliseerden uit | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitkristalliseren | zult/zal uitkristalliseren | zult/zal uitkristalliseren | zult uitkristalliseren | zal uitkristalliseren | zullen uitkristalliseren | zullen uitkristalliseren | zullen uitkristalliseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitkristalliseren | zou uitkristalliseren | zou(dt) uitkristalliseren | zoudt uitkristalliseren | zou uitkristalliseren | zouden uitkristalliseren | zouden uitkristalliseren | zouden uitkristalliseren | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | uitkristalliseer | uitkristalliseert | uitkristalliseert | uitkristalliseert | uitkristalliseert | uitkristalliseren | uitkristalliseren | uitkristalliseren | |
verleden (o.v.t.) | uitkristalliseerde | uitkristalliseerde | uitkristalliseerde | uitkristalliseerde | uitkristalliseerde | uitkristalliseerden | uitkristalliseerden | uitkristalliseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitkristalliseren uit zal kristalliseren |
zult/zal uitkristalliseren uit zult/zal kristalliseren |
zult/zal uitkristalliseren uit zult/zal kristalliseren |
zult uitkristalliseren uit zult kristalliseren |
zal uitkristalliseren uit zal kristalliseren |
zullen uitkristalliseren uit zullen kristalliseren |
zullen uitkristalliseren uit zullen kristalliseren |
zullen uitkristalliseren uit zullen kristalliseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitkristalliseren uit zou kristalliseren |
zou uitkristalliseren uit zou kristalliseren |
zou(dt) uitkristalliseren uit zou(dt) kristalliseren |
zoudt uitkristalliseren uit zoudt kristalliseren |
zou uitkristalliseren uit zou kristalliseren |
zouden uitkristalliseren uit zouden kristalliseren |
zouden uitkristalliseren uit zouden kristalliseren |
zouden uitkristalliseren uit zouden kristalliseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben uitgekristalliseerd | bent uitgekristalliseerd | bent/is uitgekristalliseerd | zijt uitgekristalliseerd | is uitgekristalliseerd | zijn uitgekristalliseerd | zijn uitgekristalliseerd | zijn uitgekristalliseerd | |
verleden (v.v.t.) | was uitgekristalliseerd | was uitgekristalliseerd | was uitgekristalliseerd | waart uitgekristalliseerd | was uitgekristalliseerd | waren uitgekristalliseerd | waren uitgekristalliseerd | waren uitgekristalliseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgekristalliseerd zijn | zal/zult uitgekristalliseerd zijn | zult/zal uitgekristalliseerd zijn | zult uitgekristalliseerd zijn | zal uitgekristalliseerd zijn | zullen uitgekristalliseerd zijn | zullen uitgekristalliseerd zijn | zullen uitgekristalliseerd zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgekristalliseerd zijn | zou uitgekristalliseerd zijn | zou/zoudt uitgekristalliseerd zijn | zoudt uitgekristalliseerd zijn | zou uitgekristalliseerd zijn | zouden uitgekristalliseerd zijn | zouden uitgekristalliseerd zijn | zouden uitgekristalliseerd zijn |