verhakkelen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord verhakkelen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord verhakkelen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je verhakkelen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord verhakkelen/vervoeging is hier. De definitie van het woord verhakkelen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanverhakkelen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van verhakkelen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig verhakkelen te verhakkelen
toekomend zullen verhakkelen te zullen verhakkelen
voltooid tegenwoordig hebben verhakkeld te hebben verhakkeld
toekomend verhakkeld zullen hebben verhakkeld te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
verhakkelend verhakkeld ev.
verhakkel		 mv. verouderd
verhakkelt		 verhakkele
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) verhakkel verhakkelt verhakkelt verhakkelt verhakkelt verhakkelen verhakkelen verhakkelen
verleden (o.v.t.) verhakkelde verhakkelde verhakkelde verhakkelde verhakkelde verhakkelden verhakkelden verhakkelden
toekomend (o.t.t.t.) zal verhakkelen zult/zal verhakkelen zult/zal verhakkelen zult verhakkelen zal verhakkelen zullen verhakkelen zullen verhakkelen zullen verhakkelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou verhakkelen zou verhakkelen zou(dt) verhakkelen zoudt verhakkelen zou verhakkelen zouden verhakkelen zouden verhakkelen zouden verhakkelen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb verhakkeld hebt verhakkeld hebt/heeft verhakkeld hebt verhakkeld heeft verhakkeld hebben verhakkeld hebben verhakkeld hebben verhakkeld
verleden (v.v.t.) had verhakkeld had verhakkeld had verhakkeld hadt verhakkeld had verhakkeld hadden verhakkeld hadden verhakkeld hadden verhakkeld
toekomend (v.t.t.t.) zal verhakkeld hebben zal/zult verhakkeld hebben zult/zal verhakkeld hebben zult verhakkeld hebben zal verhakkeld hebben zullen verhakkeld hebben zullen verhakkeld hebben zullen verhakkeld hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou verhakkeld hebben zou verhakkeld hebben zou/zoudt verhakkeld hebben zoudt verhakkeld hebben zou verhakkeld hebben zouden verhakkeld hebben zouden verhakkeld hebben zouden verhakkeld hebben


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot