vervoeging van de bedrijvende vorm van veropenbaren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | veropenbaren | te veropenbaren | ||||||
toekomend | zullen veropenbaren | te zullen veropenbaren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben veropenbaard | te hebben veropenbaard | ||||||
toekomend | veropenbaard zullen hebben | veropenbaard te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
veropenbarend | veropenbaard | ev. veropenbaar |
mv. verouderd veropenbaart |
veropenbare | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | veropenbaar | veropenbaart | veropenbaart | veropenbaart | veropenbaart | veropenbaren | veropenbaren | veropenbaren | |
verleden (o.v.t.) | veropenbaarde | veropenbaarde | veropenbaarde | veropenbaarde | veropenbaarde | veropenbaarden | veropenbaarden | veropenbaarden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal veropenbaren | zult/zal veropenbaren | zult/zal veropenbaren | zult veropenbaren | zal veropenbaren | zullen veropenbaren | zullen veropenbaren | zullen veropenbaren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou veropenbaren | zou veropenbaren | zou(dt) veropenbaren | zoudt veropenbaren | zou veropenbaren | zouden veropenbaren | zouden veropenbaren | zouden veropenbaren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb veropenbaard | hebt veropenbaard | hebt/heeft veropenbaard | hebt veropenbaard | heeft veropenbaard | hebben veropenbaard | hebben veropenbaard | hebben veropenbaard | |
verleden (v.v.t.) | had veropenbaard | had veropenbaard | had veropenbaard | hadt veropenbaard | had veropenbaard | hadden veropenbaard | hadden veropenbaard | hadden veropenbaard | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal veropenbaard hebben | zal/zult veropenbaard hebben | zult/zal veropenbaard hebben | zult veropenbaard hebben | zal veropenbaard hebben | zullen veropenbaard hebben | zullen veropenbaard hebben | zullen veropenbaard hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou veropenbaard hebben | zou veropenbaard hebben | zou/zoudt veropenbaard hebben | zoudt veropenbaard hebben | zou veropenbaard hebben | zouden veropenbaard hebben | zouden veropenbaard hebben | zouden veropenbaard hebben |