verslingeren/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord verslingeren/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord verslingeren/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je verslingeren/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord verslingeren/vervoeging is hier. De definitie van het woord verslingeren/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanverslingeren/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van verslingeren
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig verslingeren te verslingeren
toekomend zullen verslingeren te zullen verslingeren
voltooid tegenwoordig hebben verslingerd te hebben verslingerd
toekomend verslingerd zullen hebben verslingerd te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
verslingerend verslingerd ev.
verslinger		 mv. verouderd
verslingert		 verslingere
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) verslinger verslingert verslingert verslingert verslingert verslingeren verslingeren verslingeren
verleden (o.v.t.) verslingerde verslingerde verslingerde verslingerde verslingerde verslingerden verslingerden verslingerden
toekomend (o.t.t.t.) zal verslingeren zult/zal verslingeren zult/zal verslingeren zult verslingeren zal verslingeren zullen verslingeren zullen verslingeren zullen verslingeren
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou verslingeren zou verslingeren zou(dt) verslingeren zoudt verslingeren zou verslingeren zouden verslingeren zouden verslingeren zouden verslingeren
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb verslingerd hebt verslingerd hebt/heeft verslingerd hebt verslingerd heeft verslingerd hebben verslingerd hebben verslingerd hebben verslingerd
verleden (v.v.t.) had verslingerd had verslingerd had verslingerd hadt verslingerd had verslingerd hadden verslingerd hadden verslingerd hadden verslingerd
toekomend (v.t.t.t.) zal verslingerd hebben zal/zult verslingerd hebben zult/zal verslingerd hebben zult verslingerd hebben zal verslingerd hebben zullen verslingerd hebben zullen verslingerd hebben zullen verslingerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou verslingerd hebben zou verslingerd hebben zou/zoudt verslingerd hebben zoudt verslingerd hebben zou verslingerd hebben zouden verslingerd hebben zouden verslingerd hebben zouden verslingerd hebben


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot