vervoeging van de bedrijvende vorm van aandragen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aandragen | aan te dragen | ||||||||
toekomend | zullen aandragen aan zullen dragen |
te zullen aandragen aan te zullen dragen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangedragen | te hebben aangedragen | ||||||||
toekomend | aangedragen zullen hebben | aangedragen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aandragend | aangedragen | ev. draag aan |
mv. verouderd draagt aan |
drage aan (bijzin) aandrage | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | draag aan | draagt aan | draagt aan | draagt aan | draagt aan | dragen aan | dragen aan | dragen aan | |||
verleden (o.v.t.) | droeg aan | droeg aan | droeg aan | droegt aan | droeg aan | droegen aan | droegen aan | droegen aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aandragen | zult/zal aandragen | zult/zal aandragen | zult aandragen | zal aandragen | zullen aandragen | zullen aandragen | zullen aandragen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aandragen | zou aandragen | zou(dt) aandragen | zoudt aandragen | zou aandragen | zouden aandragen | zouden aandragen | zouden aandragen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aandraag | aandraagt | aandraagt | aandraagt | aandraagt | aandragen | aandragen | aandragen | |||
verleden (o.v.t.) | aandroeg | aandroeg | aandroeg | aandroegt | aandroeg | aandroegen | aandroegen | aandroegen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aandragen aan zal dragen |
zult/zal aandragen aan zult/zal dragen |
zult/zal aandragen aan zult/zal dragen |
zult aandragen aan zult dragen |
zal aandragen aan zal dragen |
zullen aandragen aan zullen dragen |
zullen aandragen aan zullen dragen |
zullen aandragen aan zullen dragen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aandragen aan zou dragen |
zou aandragen aan zou dragen |
zou(dt) aandragen aan zou(dt) dragen |
zoudt aandragen aan zoudt dragen |
zou aandragen aan zou dragen |
zouden aandragen aan zouden dragen |
zouden aandragen aan zouden dragen |
zouden aandragen aan zouden dragen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangedragen | hebt aangedragen | hebt/heeft aangedragen | hebt aangedragen | heeft aangedragen | hebben aangedragen | hebben aangedragen | hebben aangedragen | |||
verleden (v.v.t.) | had aangedragen | had aangedragen | had aangedragen | hadt aangedragen | had aangedragen | hadden aangedragen | hadden aangedragen | hadden aangedragen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangedragen hebben | zal/zult aangedragen hebben | zult/zal aangedragen hebben | zult aangedragen hebben | zal aangedragen hebben | zullen aangedragen hebben | zullen aangedragen hebben | zullen aangedragen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangedragen hebben | zou aangedragen hebben | zou/zoudt aangedragen hebben | zoudt aangedragen hebben | zou aangedragen hebben | zouden aangedragen hebben | zouden aangedragen hebben | zouden aangedragen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangedragen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangedragen | er is aangedragen | |||||||||
verleden | er werd aangedragen | er was aangedragen | |||||||||
toekomend | er zal aangedragen worden | er zal aangedragen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangedragen worden | er zou aangedragen zijn | |||||||||
lijdende vorm aangedragen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangedragen worden | aangedragen te worden | ||||||||
toekomend | aangedragen zullen worden | aangedragen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangedragen zijn | aangedragen te zijn | ||||||||
toekomend | aangedragen zullen zijn | aangedragen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangedragen | wordt aangedragen | wordt aangedragen | wordt aangedragen | wordt aangedragen | worden aangedragen | worden aangedragen | worden aangedragen | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangedragen | werd aangedragen | werd aangedragen | werdt aangedragen | werd aangedragen | werden aangedragen | werden aangedragen | werden aangedragen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangedragen worden | zult aangedragen worden | zult aangedragen worden | zult aangedragen worden | zal aangedragen worden | zullen aangedragen worden | zullen aangedragen worden | zullen aangedragen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangedragen worden | zou aangedragen worden | zou/zoudt aangedragen worden | zoudt aangedragen worden | zou aangedragen worden | zouden aangedragen worden | zouden aangedragen worden | zouden aangedragen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangedragen | bent aangedragen | bent/is aangedragen | zijt aangedragen | is aangedragen | zijn aangedragen | zijn aangedragen | zijn aangedragen | |||
verleden (v.v.t.) | was aangedragen | was aangedragen | was aangedragen | waart aangedragen | was aangedragen | waren aangedragen | waren aangedragen | waren aangedragen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangedragen zijn | zult aangedragen zijn | zult aangedragen zijn | zult aangedragen zijn | zal aangedragen zijn | zullen aangedragen zijn | zullen aangedragen zijn | zullen aangedragen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangedragen zijn | zou aangedragen zijn | zou/zoudt aangedragen zijn | zoudt aangedragen zijn | zou aangedragen zijn | zouden aangedragen zijn | zouden aangedragen zijn | zouden aangedragen zijn |