vervoeging van de bedrijvende vorm van aankloppen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aankloppen | aan te kloppen | ||||||||
toekomend | zullen aankloppen aan zullen kloppen |
te zullen aankloppen aan te zullen kloppen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangeklopt | te hebben aangeklopt | ||||||||
toekomend | aangeklopt zullen hebben | aangeklopt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aankloppend | aangeklopt | ev. klop aan |
mv. verouderd klopt aan |
kloppe aan (bijzin) aankloppe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | klop aan | klopt aan | klopt aan | klopt aan | klopt aan | kloppen aan | kloppen aan | kloppen aan | |||
verleden (o.v.t.) | klopte aan | klopte aan | klopte aan | klopte aan | klopte aan | klopten aan | klopten aan | klopten aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aankloppen | zult/zal aankloppen | zult/zal aankloppen | zult aankloppen | zal aankloppen | zullen aankloppen | zullen aankloppen | zullen aankloppen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aankloppen | zou aankloppen | zou(dt) aankloppen | zoudt aankloppen | zou aankloppen | zouden aankloppen | zouden aankloppen | zouden aankloppen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aanklop | aanklopt | aanklopt | aanklopt | aanklopt | aankloppen | aankloppen | aankloppen | |||
verleden (o.v.t.) | aanklopte | aanklopte | aanklopte | aanklopte | aanklopte | aanklopten | aanklopten | aanklopten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aankloppen aan zal kloppen |
zult/zal aankloppen aan zult/zal kloppen |
zult/zal aankloppen aan zult/zal kloppen |
zult aankloppen aan zult kloppen |
zal aankloppen aan zal kloppen |
zullen aankloppen aan zullen kloppen |
zullen aankloppen aan zullen kloppen |
zullen aankloppen aan zullen kloppen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aankloppen aan zou kloppen |
zou aankloppen aan zou kloppen |
zou(dt) aankloppen aan zou(dt) kloppen |
zoudt aankloppen aan zoudt kloppen |
zou aankloppen aan zou kloppen |
zouden aankloppen aan zouden kloppen |
zouden aankloppen aan zouden kloppen |
zouden aankloppen aan zouden kloppen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangeklopt | hebt aangeklopt | hebt/heeft aangeklopt | hebt aangeklopt | heeft aangeklopt | hebben aangeklopt | hebben aangeklopt | hebben aangeklopt | |||
verleden (v.v.t.) | had aangeklopt | had aangeklopt | had aangeklopt | hadt aangeklopt | had aangeklopt | hadden aangeklopt | hadden aangeklopt | hadden aangeklopt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeklopt hebben | zal/zult aangeklopt hebben | zult/zal aangeklopt hebben | zult aangeklopt hebben | zal aangeklopt hebben | zullen aangeklopt hebben | zullen aangeklopt hebben | zullen aangeklopt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeklopt hebben | zou aangeklopt hebben | zou/zoudt aangeklopt hebben | zoudt aangeklopt hebben | zou aangeklopt hebben | zouden aangeklopt hebben | zouden aangeklopt hebben | zouden aangeklopt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangeklopt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangeklopt | er is aangeklopt | |||||||||
verleden | er werd aangeklopt | er was aangeklopt | |||||||||
toekomend | er zal aangeklopt worden | er zal aangeklopt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangeklopt worden | er zou aangeklopt zijn | |||||||||
lijdende vorm aangeklopt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangeklopt worden | aangeklopt te worden | ||||||||
toekomend | aangeklopt zullen worden | aangeklopt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangeklopt zijn | aangeklopt te zijn | ||||||||
toekomend | aangeklopt zullen zijn | aangeklopt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangeklopt | wordt aangeklopt | wordt aangeklopt | wordt aangeklopt | wordt aangeklopt | worden aangeklopt | worden aangeklopt | worden aangeklopt | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangeklopt | werd aangeklopt | werd aangeklopt | werdt aangeklopt | werd aangeklopt | werden aangeklopt | werden aangeklopt | werden aangeklopt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangeklopt worden | zult aangeklopt worden | zult aangeklopt worden | zult aangeklopt worden | zal aangeklopt worden | zullen aangeklopt worden | zullen aangeklopt worden | zullen aangeklopt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangeklopt worden | zou aangeklopt worden | zou/zoudt aangeklopt worden | zoudt aangeklopt worden | zou aangeklopt worden | zouden aangeklopt worden | zouden aangeklopt worden | zouden aangeklopt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangeklopt | bent aangeklopt | bent/is aangeklopt | zijt aangeklopt | is aangeklopt | zijn aangeklopt | zijn aangeklopt | zijn aangeklopt | |||
verleden (v.v.t.) | was aangeklopt | was aangeklopt | was aangeklopt | waart aangeklopt | was aangeklopt | waren aangeklopt | waren aangeklopt | waren aangeklopt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeklopt zijn | zult aangeklopt zijn | zult aangeklopt zijn | zult aangeklopt zijn | zal aangeklopt zijn | zullen aangeklopt zijn | zullen aangeklopt zijn | zullen aangeklopt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeklopt zijn | zou aangeklopt zijn | zou/zoudt aangeklopt zijn | zoudt aangeklopt zijn | zou aangeklopt zijn | zouden aangeklopt zijn | zouden aangeklopt zijn | zouden aangeklopt zijn |