vervoeging van de bedrijvende vorm van aanscherpen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aanscherpen | aan te scherpen | ||||||||
toekomend | zullen aanscherpen aan zullen scherpen |
te zullen aanscherpen aan te zullen scherpen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangescherpt | te hebben aangescherpt | ||||||||
toekomend | aangescherpt zullen hebben | aangescherpt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aanscherpend | aangescherpt | ev. scherp aan |
mv. verouderd scherpt aan |
scherpe aan (bijzin) aanscherpe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | scherp aan | scherpt aan | scherpt aan | scherpt aan | scherpt aan | scherpen aan | scherpen aan | scherpen aan | |||
verleden (o.v.t.) | scherpte aan | scherpte aan | scherpte aan | scherpte aan | scherpte aan | scherpten aan | scherpten aan | scherpten aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanscherpen | zult/zal aanscherpen | zult/zal aanscherpen | zult aanscherpen | zal aanscherpen | zullen aanscherpen | zullen aanscherpen | zullen aanscherpen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanscherpen | zou aanscherpen | zou(dt) aanscherpen | zoudt aanscherpen | zou aanscherpen | zouden aanscherpen | zouden aanscherpen | zouden aanscherpen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aanscherp | aanscherpt | aanscherpt | aanscherpt | aanscherpt | aanscherpen | aanscherpen | aanscherpen | |||
verleden (o.v.t.) | aanscherpte | aanscherpte | aanscherpte | aanscherpte | aanscherpte | aanscherpten | aanscherpten | aanscherpten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanscherpen aan zal scherpen |
zult/zal aanscherpen aan zult/zal scherpen |
zult/zal aanscherpen aan zult/zal scherpen |
zult aanscherpen aan zult scherpen |
zal aanscherpen aan zal scherpen |
zullen aanscherpen aan zullen scherpen |
zullen aanscherpen aan zullen scherpen |
zullen aanscherpen aan zullen scherpen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanscherpen aan zou scherpen |
zou aanscherpen aan zou scherpen |
zou(dt) aanscherpen aan zou(dt) scherpen |
zoudt aanscherpen aan zoudt scherpen |
zou aanscherpen aan zou scherpen |
zouden aanscherpen aan zouden scherpen |
zouden aanscherpen aan zouden scherpen |
zouden aanscherpen aan zouden scherpen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangescherpt | hebt aangescherpt | hebt/heeft aangescherpt | hebt aangescherpt | heeft aangescherpt | hebben aangescherpt | hebben aangescherpt | hebben aangescherpt | |||
verleden (v.v.t.) | had aangescherpt | had aangescherpt | had aangescherpt | hadt aangescherpt | had aangescherpt | hadden aangescherpt | hadden aangescherpt | hadden aangescherpt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangescherpt hebben | zal/zult aangescherpt hebben | zult/zal aangescherpt hebben | zult aangescherpt hebben | zal aangescherpt hebben | zullen aangescherpt hebben | zullen aangescherpt hebben | zullen aangescherpt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangescherpt hebben | zou aangescherpt hebben | zou/zoudt aangescherpt hebben | zoudt aangescherpt hebben | zou aangescherpt hebben | zouden aangescherpt hebben | zouden aangescherpt hebben | zouden aangescherpt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangescherpt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangescherpt | er is aangescherpt | |||||||||
verleden | er werd aangescherpt | er was aangescherpt | |||||||||
toekomend | er zal aangescherpt worden | er zal aangescherpt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangescherpt worden | er zou aangescherpt zijn | |||||||||
lijdende vorm aangescherpt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangescherpt worden | aangescherpt te worden | ||||||||
toekomend | aangescherpt zullen worden | aangescherpt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangescherpt zijn | aangescherpt te zijn | ||||||||
toekomend | aangescherpt zullen zijn | aangescherpt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangescherpt | wordt aangescherpt | wordt aangescherpt | wordt aangescherpt | wordt aangescherpt | worden aangescherpt | worden aangescherpt | worden aangescherpt | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangescherpt | werd aangescherpt | werd aangescherpt | werdt aangescherpt | werd aangescherpt | werden aangescherpt | werden aangescherpt | werden aangescherpt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangescherpt worden | zult aangescherpt worden | zult aangescherpt worden | zult aangescherpt worden | zal aangescherpt worden | zullen aangescherpt worden | zullen aangescherpt worden | zullen aangescherpt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangescherpt worden | zou aangescherpt worden | zou/zoudt aangescherpt worden | zoudt aangescherpt worden | zou aangescherpt worden | zouden aangescherpt worden | zouden aangescherpt worden | zouden aangescherpt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangescherpt | bent aangescherpt | bent/is aangescherpt | zijt aangescherpt | is aangescherpt | zijn aangescherpt | zijn aangescherpt | zijn aangescherpt | |||
verleden (v.v.t.) | was aangescherpt | was aangescherpt | was aangescherpt | waart aangescherpt | was aangescherpt | waren aangescherpt | waren aangescherpt | waren aangescherpt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangescherpt zijn | zult aangescherpt zijn | zult aangescherpt zijn | zult aangescherpt zijn | zal aangescherpt zijn | zullen aangescherpt zijn | zullen aangescherpt zijn | zullen aangescherpt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangescherpt zijn | zou aangescherpt zijn | zou/zoudt aangescherpt zijn | zoudt aangescherpt zijn | zou aangescherpt zijn | zouden aangescherpt zijn | zouden aangescherpt zijn | zouden aangescherpt zijn |