vervoeging van de bedrijvende vorm van afstralen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afstralen | af te stralen | ||||||||
toekomend | zullen afstralen af zullen stralen |
te zullen afstralen af te zullen stralen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben afgestraald | te hebben afgestraald | ||||||||
toekomend | afgestraald zullen hebben | afgestraald te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
afstralend | afgestraald | ev. straal af |
mv. verouderd straalt af |
strale af (bijzin) afstrale | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | straal af | straalt af | straalt af | straalt af | straalt af | stralen af | stralen af | stralen af | |||
verleden (o.v.t.) | straalde af | straalde af | straalde af | straalde af | straalde af | straalden af | straalden af | straalden af | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afstralen | zult/zal afstralen | zult/zal afstralen | zult afstralen | zal afstralen | zullen afstralen | zullen afstralen | zullen afstralen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afstralen | zou afstralen | zou(dt) afstralen | zoudt afstralen | zou afstralen | zouden afstralen | zouden afstralen | zouden afstralen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | afstraal | afstraalt | afstraalt | afstraalt | afstraalt | afstralen | afstralen | afstralen | |||
verleden (o.v.t.) | afstraalde | afstraalde | afstraalde | afstraalde | afstraalde | afstraalden | afstraalden | afstraalden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afstralen af zal stralen |
zult/zal afstralen af zult/zal stralen |
zult/zal afstralen af zult/zal stralen |
zult afstralen af zult stralen |
zal afstralen af zal stralen |
zullen afstralen af zullen stralen |
zullen afstralen af zullen stralen |
zullen afstralen af zullen stralen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afstralen af zou stralen |
zou afstralen af zou stralen |
zou(dt) afstralen af zou(dt) stralen |
zoudt afstralen af zoudt stralen |
zou afstralen af zou stralen |
zouden afstralen af zouden stralen |
zouden afstralen af zouden stralen |
zouden afstralen af zouden stralen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb afgestraald | hebt afgestraald | hebt/heeft afgestraald | hebt afgestraald | heeft afgestraald | hebben afgestraald | hebben afgestraald | hebben afgestraald | |||
verleden (v.v.t.) | had afgestraald | had afgestraald | had afgestraald | hadt afgestraald | had afgestraald | hadden afgestraald | hadden afgestraald | hadden afgestraald | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgestraald hebben | zal/zult afgestraald hebben | zult/zal afgestraald hebben | zult afgestraald hebben | zal afgestraald hebben | zullen afgestraald hebben | zullen afgestraald hebben | zullen afgestraald hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgestraald hebben | zou afgestraald hebben | zou/zoudt afgestraald hebben | zoudt afgestraald hebben | zou afgestraald hebben | zouden afgestraald hebben | zouden afgestraald hebben | zouden afgestraald hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm afgestraald worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt afgestraald | er is afgestraald | |||||||||
verleden | er werd afgestraald | er was afgestraald | |||||||||
toekomend | er zal afgestraald worden | er zal afgestraald zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou afgestraald worden | er zou afgestraald zijn | |||||||||
lijdende vorm afgestraald worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afgestraald worden | afgestraald te worden | ||||||||
toekomend | afgestraald zullen worden | afgestraald te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | afgestraald zijn | afgestraald te zijn | ||||||||
toekomend | afgestraald zullen zijn | afgestraald te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word afgestraald | wordt afgestraald | wordt afgestraald | wordt afgestraald | wordt afgestraald | worden afgestraald | worden afgestraald | worden afgestraald | |||
verleden (o.v.t.) | werd afgestraald | werd afgestraald | werd afgestraald | werdt afgestraald | werd afgestraald | werden afgestraald | werden afgestraald | werden afgestraald | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afgestraald worden | zult afgestraald worden | zult afgestraald worden | zult afgestraald worden | zal afgestraald worden | zullen afgestraald worden | zullen afgestraald worden | zullen afgestraald worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afgestraald worden | zou afgestraald worden | zou/zoudt afgestraald worden | zoudt afgestraald worden | zou afgestraald worden | zouden afgestraald worden | zouden afgestraald worden | zouden afgestraald worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben afgestraald | bent afgestraald | bent/is afgestraald | zijt afgestraald | is afgestraald | zijn afgestraald | zijn afgestraald | zijn afgestraald | |||
verleden (v.v.t.) | was afgestraald | was afgestraald | was afgestraald | waart afgestraald | was afgestraald | waren afgestraald | waren afgestraald | waren afgestraald | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgestraald zijn | zult afgestraald zijn | zult afgestraald zijn | zult afgestraald zijn | zal afgestraald zijn | zullen afgestraald zijn | zullen afgestraald zijn | zullen afgestraald zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgestraald zijn | zou afgestraald zijn | zou/zoudt afgestraald zijn | zoudt afgestraald zijn | zou afgestraald zijn | zouden afgestraald zijn | zouden afgestraald zijn | zouden afgestraald zijn |