vervoeging van de bedrijvende vorm van afstrijden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afstrijden | af te strijden | ||||||||
toekomend | zullen afstrijden af zullen strijden |
te zullen afstrijden af te zullen strijden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben afgestreden | te hebben afgestreden | ||||||||
toekomend | afgestreden zullen hebben | afgestreden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
afstrijdend | afgestreden | ev. strijd af |
mv. verouderd strijdt af |
strijde af (bijzin) afstrijde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | strijd af | strijdt af | strijdt af | strijdt af | strijdt af | strijden af | strijden af | strijden af | |||
verleden (o.v.t.) | streed af | streed af | streed af | streed af | streed af | streden af | streden af | streden af | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afstrijden | zult/zal afstrijden | zult/zal afstrijden | zult afstrijden | zal afstrijden | zullen afstrijden | zullen afstrijden | zullen afstrijden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afstrijden | zou afstrijden | zou(dt) afstrijden | zoudt afstrijden | zou afstrijden | zouden afstrijden | zouden afstrijden | zouden afstrijden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | afstrijd | afstrijdt | afstrijdt | afstrijdt | afstrijdt | afstrijden | afstrijden | afstrijden | |||
verleden (o.v.t.) | afstreed | afstreed | afstreed | afstreed | afstreed | afstreden | afstreden | afstreden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afstrijden af zal strijden |
zult/zal afstrijden af zult/zal strijden |
zult/zal afstrijden af zult/zal strijden |
zult afstrijden af zult strijden |
zal afstrijden af zal strijden |
zullen afstrijden af zullen strijden |
zullen afstrijden af zullen strijden |
zullen afstrijden af zullen strijden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afstrijden af zou strijden |
zou afstrijden af zou strijden |
zou(dt) afstrijden af zou(dt) strijden |
zoudt afstrijden af zoudt strijden |
zou afstrijden af zou strijden |
zouden afstrijden af zouden strijden |
zouden afstrijden af zouden strijden |
zouden afstrijden af zouden strijden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb afgestreden | hebt afgestreden | hebt/heeft afgestreden | hebt afgestreden | heeft afgestreden | hebben afgestreden | hebben afgestreden | hebben afgestreden | |||
verleden (v.v.t.) | had afgestreden | had afgestreden | had afgestreden | hadt afgestreden | had afgestreden | hadden afgestreden | hadden afgestreden | hadden afgestreden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgestreden hebben | zal/zult afgestreden hebben | zult/zal afgestreden hebben | zult afgestreden hebben | zal afgestreden hebben | zullen afgestreden hebben | zullen afgestreden hebben | zullen afgestreden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgestreden hebben | zou afgestreden hebben | zou/zoudt afgestreden hebben | zoudt afgestreden hebben | zou afgestreden hebben | zouden afgestreden hebben | zouden afgestreden hebben | zouden afgestreden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm afgestreden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt afgestreden | er is afgestreden | |||||||||
verleden | er werd afgestreden | er was afgestreden | |||||||||
toekomend | er zal afgestreden worden | er zal afgestreden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou afgestreden worden | er zou afgestreden zijn | |||||||||
lijdende vorm afgestreden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afgestreden worden | afgestreden te worden | ||||||||
toekomend | afgestreden zullen worden | afgestreden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | afgestreden zijn | afgestreden te zijn | ||||||||
toekomend | afgestreden zullen zijn | afgestreden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word afgestreden | wordt afgestreden | wordt afgestreden | wordt afgestreden | wordt afgestreden | worden afgestreden | worden afgestreden | worden afgestreden | |||
verleden (o.v.t.) | werd afgestreden | werd afgestreden | werd afgestreden | werdt afgestreden | werd afgestreden | werden afgestreden | werden afgestreden | werden afgestreden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afgestreden worden | zult afgestreden worden | zult afgestreden worden | zult afgestreden worden | zal afgestreden worden | zullen afgestreden worden | zullen afgestreden worden | zullen afgestreden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afgestreden worden | zou afgestreden worden | zou/zoudt afgestreden worden | zoudt afgestreden worden | zou afgestreden worden | zouden afgestreden worden | zouden afgestreden worden | zouden afgestreden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben afgestreden | bent afgestreden | bent/is afgestreden | zijt afgestreden | is afgestreden | zijn afgestreden | zijn afgestreden | zijn afgestreden | |||
verleden (v.v.t.) | was afgestreden | was afgestreden | was afgestreden | waart afgestreden | was afgestreden | waren afgestreden | waren afgestreden | waren afgestreden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgestreden zijn | zult afgestreden zijn | zult afgestreden zijn | zult afgestreden zijn | zal afgestreden zijn | zullen afgestreden zijn | zullen afgestreden zijn | zullen afgestreden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgestreden zijn | zou afgestreden zijn | zou/zoudt afgestreden zijn | zoudt afgestreden zijn | zou afgestreden zijn | zouden afgestreden zijn | zouden afgestreden zijn | zouden afgestreden zijn |