vervoeging van de bedrijvende vorm van aromatiseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aromatiseren | te aromatiseren | ||||||||
toekomend | zullen aromatiseren | te zullen aromatiseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gearomatiseerd | te hebben gearomatiseerd | ||||||||
toekomend | gearomatiseerd zullen hebben | gearomatiseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aromatiserend | gearomatiseerd | ev. aromatiseer |
mv. verouderd aromatiseert |
aromatisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | aromatiseer | aromatiseert | aromatiseert | aromatiseert | aromatiseert | aromatiseren | aromatiseren | aromatiseren | |||
verleden (o.v.t.) | aromatiseerde | aromatiseerde | aromatiseerde | aromatiseerde | aromatiseerde | aromatiseerden | aromatiseerden | aromatiseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aromatiseren | zult/zal aromatiseren | zult/zal aromatiseren | zult aromatiseren | zal aromatiseren | zullen aromatiseren | zullen aromatiseren | zullen aromatiseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aromatiseren | zou aromatiseren | zou(dt) aromatiseren | zoudt aromatiseren | zou aromatiseren | zouden aromatiseren | zouden aromatiseren | zouden aromatiseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gearomatiseerd | hebt gearomatiseerd | hebt/heeft gearomatiseerd | hebt gearomatiseerd | heeft gearomatiseerd | hebben gearomatiseerd | hebben gearomatiseerd | hebben gearomatiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gearomatiseerd | had gearomatiseerd | had gearomatiseerd | hadt gearomatiseerd | had gearomatiseerd | hadden gearomatiseerd | hadden gearomatiseerd | hadden gearomatiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gearomatiseerd hebben | zal/zult gearomatiseerd hebben | zult/zal gearomatiseerd hebben | zult gearomatiseerd hebben | zal gearomatiseerd hebben | zullen gearomatiseerd hebben | zullen gearomatiseerd hebben | zullen gearomatiseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gearomatiseerd hebben | zou gearomatiseerd hebben | zou/zoudt gearomatiseerd hebben | zoudt gearomatiseerd hebben | zou gearomatiseerd hebben | zouden gearomatiseerd hebben | zouden gearomatiseerd hebben | zouden gearomatiseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gearomatiseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gearomatiseerd | er is gearomatiseerd | |||||||||
verleden | er werd gearomatiseerd | er was gearomatiseerd | |||||||||
toekomend | er zal gearomatiseerd worden | er zal gearomatiseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gearomatiseerd worden | er zou gearomatiseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gearomatiseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gearomatiseerd worden | gearomatiseerd te worden | ||||||||
toekomend | gearomatiseerd zullen worden | gearomatiseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gearomatiseerd zijn | gearomatiseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gearomatiseerd zullen zijn | gearomatiseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gearomatiseerd | wordt gearomatiseerd | wordt gearomatiseerd | wordt gearomatiseerd | wordt gearomatiseerd | worden gearomatiseerd | worden gearomatiseerd | worden gearomatiseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gearomatiseerd | werd gearomatiseerd | werd gearomatiseerd | werdt gearomatiseerd | werd gearomatiseerd | werden gearomatiseerd | werden gearomatiseerd | werden gearomatiseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gearomatiseerd worden | zult gearomatiseerd worden | zult gearomatiseerd worden | zult gearomatiseerd worden | zal gearomatiseerd worden | zullen gearomatiseerd worden | zullen gearomatiseerd worden | zullen gearomatiseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gearomatiseerd worden | zou gearomatiseerd worden | zou/zoudt gearomatiseerd worden | zoudt gearomatiseerd worden | zou gearomatiseerd worden | zouden gearomatiseerd worden | zouden gearomatiseerd worden | zouden gearomatiseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gearomatiseerd | bent gearomatiseerd | bent/is gearomatiseerd | zijt gearomatiseerd | is gearomatiseerd | zijn gearomatiseerd | zijn gearomatiseerd | zijn gearomatiseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gearomatiseerd | was gearomatiseerd | was gearomatiseerd | waart gearomatiseerd | was gearomatiseerd | waren gearomatiseerd | waren gearomatiseerd | waren gearomatiseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gearomatiseerd zijn | zult gearomatiseerd zijn | zult gearomatiseerd zijn | zult gearomatiseerd zijn | zal gearomatiseerd zijn | zullen gearomatiseerd zijn | zullen gearomatiseerd zijn | zullen gearomatiseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gearomatiseerd zijn | zou gearomatiseerd zijn | zou/zoudt gearomatiseerd zijn | zoudt gearomatiseerd zijn | zou gearomatiseerd zijn | zouden gearomatiseerd zijn | zouden gearomatiseerd zijn | zouden gearomatiseerd zijn |