vervoeging van de bedrijvende vorm van beogen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beogen | te beogen | ||||||||
toekomend | zullen beogen | te zullen beogen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben beoogd | te hebben beoogd | ||||||||
toekomend | beoogd zullen hebben | beoogd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
beogend | beoogd | ev. beoog |
mv. verouderd beoogt |
beoge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | beoog | beoogt | beoogt | beoogt | beoogt | beogen | beogen | beogen | |||
verleden (o.v.t.) | beoogde | beoogde | beoogde | beoogde | beoogde | beoogden | beoogden | beoogden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beogen | zult/zal beogen | zult/zal beogen | zult beogen | zal beogen | zullen beogen | zullen beogen | zullen beogen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beogen | zou beogen | zou(dt) beogen | zoudt beogen | zou beogen | zouden beogen | zouden beogen | zouden beogen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb beoogd | hebt beoogd | hebt/heeft beoogd | hebt beoogd | heeft beoogd | hebben beoogd | hebben beoogd | hebben beoogd | |||
verleden (v.v.t.) | had beoogd | had beoogd | had beoogd | hadt beoogd | had beoogd | hadden beoogd | hadden beoogd | hadden beoogd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beoogd hebben | zal/zult beoogd hebben | zult/zal beoogd hebben | zult beoogd hebben | zal beoogd hebben | zullen beoogd hebben | zullen beoogd hebben | zullen beoogd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beoogd hebben | zou beoogd hebben | zou/zoudt beoogd hebben | zoudt beoogd hebben | zou beoogd hebben | zouden beoogd hebben | zouden beoogd hebben | zouden beoogd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm beoogd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt beoogd | er is beoogd | |||||||||
verleden | er werd beoogd | er was beoogd | |||||||||
toekomend | er zal beoogd worden | er zal beoogd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou beoogd worden | er zou beoogd zijn | |||||||||
lijdende vorm beoogd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beoogd worden | beoogd te worden | ||||||||
toekomend | beoogd zullen worden | beoogd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | beoogd zijn | beoogd te zijn | ||||||||
toekomend | beoogd zullen zijn | beoogd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word beoogd | wordt beoogd | wordt beoogd | wordt beoogd | wordt beoogd | worden beoogd | worden beoogd | worden beoogd | |||
verleden (o.v.t.) | werd beoogd | werd beoogd | werd beoogd | werdt beoogd | werd beoogd | werden beoogd | werden beoogd | werden beoogd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beoogd worden | zult beoogd worden | zult beoogd worden | zult beoogd worden | zal beoogd worden | zullen beoogd worden | zullen beoogd worden | zullen beoogd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beoogd worden | zou beoogd worden | zou/zoudt beoogd worden | zoudt beoogd worden | zou beoogd worden | zouden beoogd worden | zouden beoogd worden | zouden beoogd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben beoogd | bent beoogd | bent/is beoogd | zijt beoogd | is beoogd | zijn beoogd | zijn beoogd | zijn beoogd | |||
verleden (v.v.t.) | was beoogd | was beoogd | was beoogd | waart beoogd | was beoogd | waren beoogd | waren beoogd | waren beoogd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beoogd zijn | zult beoogd zijn | zult beoogd zijn | zult beoogd zijn | zal beoogd zijn | zullen beoogd zijn | zullen beoogd zijn | zullen beoogd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beoogd zijn | zou beoogd zijn | zou/zoudt beoogd zijn | zoudt beoogd zijn | zou beoogd zijn | zouden beoogd zijn | zouden beoogd zijn | zouden beoogd zijn |