vervoeging van de bedrijvende vorm van blokletteren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | blokletteren | te blokletteren | ||||||||
toekomend | zullen blokletteren | te zullen blokletteren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geblokletterd | te hebben geblokletterd | ||||||||
toekomend | geblokletterd zullen hebben | geblokletterd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
blokletterend | geblokletterd | ev. blokletter |
mv. verouderd bloklettert |
bloklettere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | blokletter | bloklettert | bloklettert | bloklettert | bloklettert | blokletteren | blokletteren | blokletteren | |||
verleden (o.v.t.) | blokletterde | blokletterde | blokletterde | blokletterde | blokletterde | blokletterden | blokletterden | blokletterden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal blokletteren | zult/zal blokletteren | zult/zal blokletteren | zult blokletteren | zal blokletteren | zullen blokletteren | zullen blokletteren | zullen blokletteren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou blokletteren | zou blokletteren | zou(dt) blokletteren | zoudt blokletteren | zou blokletteren | zouden blokletteren | zouden blokletteren | zouden blokletteren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geblokletterd | hebt geblokletterd | hebt/heeft geblokletterd | hebt geblokletterd | heeft geblokletterd | hebben geblokletterd | hebben geblokletterd | hebben geblokletterd | |||
verleden (v.v.t.) | had geblokletterd | had geblokletterd | had geblokletterd | hadt geblokletterd | had geblokletterd | hadden geblokletterd | hadden geblokletterd | hadden geblokletterd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geblokletterd hebben | zal/zult geblokletterd hebben | zult/zal geblokletterd hebben | zult geblokletterd hebben | zal geblokletterd hebben | zullen geblokletterd hebben | zullen geblokletterd hebben | zullen geblokletterd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geblokletterd hebben | zou geblokletterd hebben | zou/zoudt geblokletterd hebben | zoudt geblokletterd hebben | zou geblokletterd hebben | zouden geblokletterd hebben | zouden geblokletterd hebben | zouden geblokletterd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geblokletterd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geblokletterd | er is geblokletterd | |||||||||
verleden | er werd geblokletterd | er was geblokletterd | |||||||||
toekomend | er zal geblokletterd worden | er zal geblokletterd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geblokletterd worden | er zou geblokletterd zijn | |||||||||
lijdende vorm geblokletterd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geblokletterd worden | geblokletterd te worden | ||||||||
toekomend | geblokletterd zullen worden | geblokletterd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geblokletterd zijn | geblokletterd te zijn | ||||||||
toekomend | geblokletterd zullen zijn | geblokletterd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geblokletterd | wordt geblokletterd | wordt geblokletterd | wordt geblokletterd | wordt geblokletterd | worden geblokletterd | worden geblokletterd | worden geblokletterd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geblokletterd | werd geblokletterd | werd geblokletterd | werdt geblokletterd | werd geblokletterd | werden geblokletterd | werden geblokletterd | werden geblokletterd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geblokletterd worden | zult geblokletterd worden | zult geblokletterd worden | zult geblokletterd worden | zal geblokletterd worden | zullen geblokletterd worden | zullen geblokletterd worden | zullen geblokletterd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geblokletterd worden | zou geblokletterd worden | zou/zoudt geblokletterd worden | zoudt geblokletterd worden | zou geblokletterd worden | zouden geblokletterd worden | zouden geblokletterd worden | zouden geblokletterd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geblokletterd | bent geblokletterd | bent/is geblokletterd | zijt geblokletterd | is geblokletterd | zijn geblokletterd | zijn geblokletterd | zijn geblokletterd | |||
verleden (v.v.t.) | was geblokletterd | was geblokletterd | was geblokletterd | waart geblokletterd | was geblokletterd | waren geblokletterd | waren geblokletterd | waren geblokletterd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geblokletterd zijn | zult geblokletterd zijn | zult geblokletterd zijn | zult geblokletterd zijn | zal geblokletterd zijn | zullen geblokletterd zijn | zullen geblokletterd zijn | zullen geblokletterd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geblokletterd zijn | zou geblokletterd zijn | zou/zoudt geblokletterd zijn | zoudt geblokletterd zijn | zou geblokletterd zijn | zouden geblokletterd zijn | zouden geblokletterd zijn | zouden geblokletterd zijn |