croonen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord croonen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord croonen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je croonen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord croonen/vervoeging is hier. De definitie van het woord croonen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancroonen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van croonen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig croonen te croonen
toekomend zullen croonen te zullen croonen
voltooid tegenwoordig hebben gecroond te hebben gecroond
toekomend gecroond zullen hebben gecroond te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
croonend gecroond ev.
croon		 mv. verouderd
croont		 croone
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) croon croont croont croont croont croonen croonen croonen
verleden (o.v.t.) croonde croonde croonde croonde croonde croonden croonden croonden
toekomend (o.t.t.t.) zal croonen zult/zal croonen zult/zal croonen zult croonen zal croonen zullen croonen zullen croonen zullen croonen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou croonen zou croonen zou(dt) croonen zoudt croonen zou croonen zouden croonen zouden croonen zouden croonen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb gecroond hebt gecroond hebt/heeft gecroond hebt gecroond heeft gecroond hebben gecroond hebben gecroond hebben gecroond
verleden (v.v.t.) had gecroond had gecroond had gecroond hadt gecroond had gecroond hadden gecroond hadden gecroond hadden gecroond
toekomend (v.t.t.t.) zal gecroond hebben zal/zult gecroond hebben zult/zal gecroond hebben zult gecroond hebben zal gecroond hebben zullen gecroond hebben zullen gecroond hebben zullen gecroond hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou gecroond hebben zou gecroond hebben zou/zoudt gecroond hebben zoudt gecroond hebben zou gecroond hebben zouden gecroond hebben zouden gecroond hebben zouden gecroond hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gecroond worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt gecroond er is gecroond
verleden er werd gecroond er was gecroond
toekomend er zal gecroond worden er zal gecroond zijn
voorwaardelijk er zou gecroond worden er zou gecroond zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot