vervoeging van de bedrijvende vorm van debiliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | debiliseren | te debiliseren | ||||||||
toekomend | zullen debiliseren | te zullen debiliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gedebiliseerd | te hebben[1]/zijn[2] gedebiliseerd | ||||||||
toekomend | gedebiliseerd zullen hebben[1]/zijn[2] | gedebiliseerd te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
debiliserend | gedebiliseerd | ev. debiliseer |
mv. verouderd debiliseert |
debilisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | debiliseer | debiliseert | debiliseert | debiliseert | debiliseert | debiliseren | debiliseren | debiliseren | |||
verleden (o.v.t.) | debiliseerde | debiliseerde | debiliseerde | debiliseerde | debiliseerde | debiliseerden | debiliseerden | debiliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal debiliseren | zult/zal debiliseren | zult/zal debiliseren | zult debiliseren | zal debiliseren | zullen debiliseren | zullen debiliseren | zullen debiliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou debiliseren | zou debiliseren | zou(dt) debiliseren | zoudt debiliseren | zou debiliseren | zouden debiliseren | zouden debiliseren | zouden debiliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm gedebiliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedebiliseerd | er is gedebiliseerd | |||||||||
verleden | er werd gedebiliseerd | er was gedebiliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gedebiliseerd worden | er zal gedebiliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedebiliseerd worden | er zou gedebiliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedebiliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedebiliseerd worden | gedebiliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gedebiliseerd zullen worden | gedebiliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedebiliseerd zijn | gedebiliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedebiliseerd zullen zijn | gedebiliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedebiliseerd | wordt gedebiliseerd | wordt gedebiliseerd | wordt gedebiliseerd | wordt gedebiliseerd | worden gedebiliseerd | worden gedebiliseerd | worden gedebiliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedebiliseerd | werd gedebiliseerd | werd gedebiliseerd | werdt gedebiliseerd | werd gedebiliseerd | werden gedebiliseerd | werden gedebiliseerd | werden gedebiliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedebiliseerd worden | zult gedebiliseerd worden | zult gedebiliseerd worden | zult gedebiliseerd worden | zal gedebiliseerd worden | zullen gedebiliseerd worden | zullen gedebiliseerd worden | zullen gedebiliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedebiliseerd worden | zou gedebiliseerd worden | zou/zoudt gedebiliseerd worden | zoudt gedebiliseerd worden | zou gedebiliseerd worden | zouden gedebiliseerd worden | zouden gedebiliseerd worden | zouden gedebiliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedebiliseerd | bent gedebiliseerd | bent/is gedebiliseerd | zijt gedebiliseerd | is gedebiliseerd | zijn gedebiliseerd | zijn gedebiliseerd | zijn gedebiliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedebiliseerd | was gedebiliseerd | was gedebiliseerd | waart gedebiliseerd | was gedebiliseerd | waren gedebiliseerd | waren gedebiliseerd | waren gedebiliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedebiliseerd zijn | zult gedebiliseerd zijn | zult gedebiliseerd zijn | zult gedebiliseerd zijn | zal gedebiliseerd zijn | zullen gedebiliseerd zijn | zullen gedebiliseerd zijn | zullen gedebiliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedebiliseerd zijn | zou gedebiliseerd zijn | zou/zoudt gedebiliseerd zijn | zoudt gedebiliseerd zijn | zou gedebiliseerd zijn | zouden gedebiliseerd zijn | zouden gedebiliseerd zijn | zouden gedebiliseerd zijn |