debuggen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord debuggen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord debuggen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je debuggen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord debuggen/vervoeging is hier. De definitie van het woord debuggen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandebuggen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van debuggen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig debuggen te debuggen
toekomend zullen debuggen te zullen debuggen
voltooid tegenwoordig hebben gedebugd te hebben gedebugd
toekomend gedebugd zullen hebben gedebugd te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
debuggend gedebugd ev.
debug		 mv. verouderd
debugt		 debugge
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) debug debugt debugt debugt debugt debuggen debuggen debuggen
verleden (o.v.t.) debugde debugde debugde debugde debugde debugden debugden debugden
toekomend (o.t.t.t.) zal debuggen zult/zal debuggen zult/zal debuggen zult debuggen zal debuggen zullen debuggen zullen debuggen zullen debuggen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou debuggen zou debuggen zou(dt) debuggen zoudt debuggen zou debuggen zouden debuggen zouden debuggen zouden debuggen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb gedebugd hebt gedebugd hebt/heeft gedebugd hebt gedebugd heeft gedebugd hebben gedebugd hebben gedebugd hebben gedebugd
verleden (v.v.t.) had gedebugd had gedebugd had gedebugd hadt gedebugd had gedebugd hadden gedebugd hadden gedebugd hadden gedebugd
toekomend (v.t.t.t.) zal gedebugd hebben zal/zult gedebugd hebben zult/zal gedebugd hebben zult gedebugd hebben zal gedebugd hebben zullen gedebugd hebben zullen gedebugd hebben zullen gedebugd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou gedebugd hebben zou gedebugd hebben zou/zoudt gedebugd hebben zoudt gedebugd hebben zou gedebugd hebben zouden gedebugd hebben zouden gedebugd hebben zouden gedebugd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gedebugd worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt gedebugd er is gedebugd
verleden er werd gedebugd er was gedebugd
toekomend er zal gedebugd worden er zal gedebugd zijn
voorwaardelijk er zou gedebugd worden er zou gedebugd zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot