vervoeging van de bedrijvende vorm van depanneren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | depanneren | te depanneren | ||||||||
toekomend | zullen depanneren | te zullen depanneren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedepanneerd | te hebben gedepanneerd | ||||||||
toekomend | gedepanneerd zullen hebben | gedepanneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
depannerend | gedepanneerd | ev. depanneer |
mv. verouderd depanneert |
depannere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | depanneer | depanneert | depanneert | depanneert | depanneert | depanneren | depanneren | depanneren | |||
verleden (o.v.t.) | depanneerde | depanneerde | depanneerde | depanneerde | depanneerde | depanneerden | depanneerden | depanneerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal depanneren | zult/zal depanneren | zult/zal depanneren | zult depanneren | zal depanneren | zullen depanneren | zullen depanneren | zullen depanneren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou depanneren | zou depanneren | zou(dt) depanneren | zoudt depanneren | zou depanneren | zouden depanneren | zouden depanneren | zouden depanneren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedepanneerd | hebt gedepanneerd | hebt/heeft gedepanneerd | hebt gedepanneerd | heeft gedepanneerd | hebben gedepanneerd | hebben gedepanneerd | hebben gedepanneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedepanneerd | had gedepanneerd | had gedepanneerd | hadt gedepanneerd | had gedepanneerd | hadden gedepanneerd | hadden gedepanneerd | hadden gedepanneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedepanneerd hebben | zal/zult gedepanneerd hebben | zult/zal gedepanneerd hebben | zult gedepanneerd hebben | zal gedepanneerd hebben | zullen gedepanneerd hebben | zullen gedepanneerd hebben | zullen gedepanneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedepanneerd hebben | zou gedepanneerd hebben | zou/zoudt gedepanneerd hebben | zoudt gedepanneerd hebben | zou gedepanneerd hebben | zouden gedepanneerd hebben | zouden gedepanneerd hebben | zouden gedepanneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedepanneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedepanneerd | er is gedepanneerd | |||||||||
verleden | er werd gedepanneerd | er was gedepanneerd | |||||||||
toekomend | er zal gedepanneerd worden | er zal gedepanneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedepanneerd worden | er zou gedepanneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedepanneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedepanneerd worden | gedepanneerd te worden | ||||||||
toekomend | gedepanneerd zullen worden | gedepanneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedepanneerd zijn | gedepanneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedepanneerd zullen zijn | gedepanneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedepanneerd | wordt gedepanneerd | wordt gedepanneerd | wordt gedepanneerd | wordt gedepanneerd | worden gedepanneerd | worden gedepanneerd | worden gedepanneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedepanneerd | werd gedepanneerd | werd gedepanneerd | werdt gedepanneerd | werd gedepanneerd | werden gedepanneerd | werden gedepanneerd | werden gedepanneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedepanneerd worden | zult gedepanneerd worden | zult gedepanneerd worden | zult gedepanneerd worden | zal gedepanneerd worden | zullen gedepanneerd worden | zullen gedepanneerd worden | zullen gedepanneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedepanneerd worden | zou gedepanneerd worden | zou/zoudt gedepanneerd worden | zoudt gedepanneerd worden | zou gedepanneerd worden | zouden gedepanneerd worden | zouden gedepanneerd worden | zouden gedepanneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedepanneerd | bent gedepanneerd | bent/is gedepanneerd | zijt gedepanneerd | is gedepanneerd | zijn gedepanneerd | zijn gedepanneerd | zijn gedepanneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedepanneerd | was gedepanneerd | was gedepanneerd | waart gedepanneerd | was gedepanneerd | waren gedepanneerd | waren gedepanneerd | waren gedepanneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedepanneerd zijn | zult gedepanneerd zijn | zult gedepanneerd zijn | zult gedepanneerd zijn | zal gedepanneerd zijn | zullen gedepanneerd zijn | zullen gedepanneerd zijn | zullen gedepanneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedepanneerd zijn | zou gedepanneerd zijn | zou/zoudt gedepanneerd zijn | zoudt gedepanneerd zijn | zou gedepanneerd zijn | zouden gedepanneerd zijn | zouden gedepanneerd zijn | zouden gedepanneerd zijn |