vervoeging van de bedrijvende vorm van doorseinen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorseinen | door te seinen | ||||||||
toekomend | zullen doorseinen door zullen seinen |
te zullen doorseinen door te zullen seinen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben doorgeseind | te hebben doorgeseind | ||||||||
toekomend | doorgeseind zullen hebben | doorgeseind te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
doorseinend | doorgeseind | ev. sein door |
mv. verouderd seint door |
seine door (bijzin) doorseine | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | sein door | seint door | seint door | seint door | seint door | seinen door | seinen door | seinen door | |||
verleden (o.v.t.) | seinde door | seinde door | seinde door | seinde door | seinde door | seinden door | seinden door | seinden door | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorseinen | zult/zal doorseinen | zult/zal doorseinen | zult doorseinen | zal doorseinen | zullen doorseinen | zullen doorseinen | zullen doorseinen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorseinen | zou doorseinen | zou(dt) doorseinen | zoudt doorseinen | zou doorseinen | zouden doorseinen | zouden doorseinen | zouden doorseinen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | doorsein | doorseint | doorseint | doorseint | doorseint | doorseinen | doorseinen | doorseinen | |||
verleden (o.v.t.) | doorseinde | doorseinde | doorseinde | doorseinde | doorseinde | doorseinden | doorseinden | doorseinden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorseinen door zal seinen |
zult/zal doorseinen door zult/zal seinen |
zult/zal doorseinen door zult/zal seinen |
zult doorseinen door zult seinen |
zal doorseinen door zal seinen |
zullen doorseinen door zullen seinen |
zullen doorseinen door zullen seinen |
zullen doorseinen door zullen seinen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorseinen door zou seinen |
zou doorseinen door zou seinen |
zou(dt) doorseinen door zou(dt) seinen |
zoudt doorseinen door zoudt seinen |
zou doorseinen door zou seinen |
zouden doorseinen door zouden seinen |
zouden doorseinen door zouden seinen |
zouden doorseinen door zouden seinen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb doorgeseind | hebt doorgeseind | hebt/heeft doorgeseind | hebt doorgeseind | heeft doorgeseind | hebben doorgeseind | hebben doorgeseind | hebben doorgeseind | |||
verleden (v.v.t.) | had doorgeseind | had doorgeseind | had doorgeseind | hadt doorgeseind | had doorgeseind | hadden doorgeseind | hadden doorgeseind | hadden doorgeseind | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgeseind hebben | zal/zult doorgeseind hebben | zult/zal doorgeseind hebben | zult doorgeseind hebben | zal doorgeseind hebben | zullen doorgeseind hebben | zullen doorgeseind hebben | zullen doorgeseind hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgeseind hebben | zou doorgeseind hebben | zou/zoudt doorgeseind hebben | zoudt doorgeseind hebben | zou doorgeseind hebben | zouden doorgeseind hebben | zouden doorgeseind hebben | zouden doorgeseind hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm doorgeseind worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt doorgeseind | er is doorgeseind | |||||||||
verleden | er werd doorgeseind | er was doorgeseind | |||||||||
toekomend | er zal doorgeseind worden | er zal doorgeseind zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou doorgeseind worden | er zou doorgeseind zijn | |||||||||
lijdende vorm doorgeseind worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorgeseind worden | doorgeseind te worden | ||||||||
toekomend | doorgeseind zullen worden | doorgeseind te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | doorgeseind zijn | doorgeseind te zijn | ||||||||
toekomend | doorgeseind zullen zijn | doorgeseind te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word doorgeseind | wordt doorgeseind | wordt doorgeseind | wordt doorgeseind | wordt doorgeseind | worden doorgeseind | worden doorgeseind | worden doorgeseind | |||
verleden (o.v.t.) | werd doorgeseind | werd doorgeseind | werd doorgeseind | werdt doorgeseind | werd doorgeseind | werden doorgeseind | werden doorgeseind | werden doorgeseind | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorgeseind worden | zult doorgeseind worden | zult doorgeseind worden | zult doorgeseind worden | zal doorgeseind worden | zullen doorgeseind worden | zullen doorgeseind worden | zullen doorgeseind worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorgeseind worden | zou doorgeseind worden | zou/zoudt doorgeseind worden | zoudt doorgeseind worden | zou doorgeseind worden | zouden doorgeseind worden | zouden doorgeseind worden | zouden doorgeseind worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben doorgeseind | bent doorgeseind | bent/is doorgeseind | zijt doorgeseind | is doorgeseind | zijn doorgeseind | zijn doorgeseind | zijn doorgeseind | |||
verleden (v.v.t.) | was doorgeseind | was doorgeseind | was doorgeseind | waart doorgeseind | was doorgeseind | waren doorgeseind | waren doorgeseind | waren doorgeseind | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgeseind zijn | zult doorgeseind zijn | zult doorgeseind zijn | zult doorgeseind zijn | zal doorgeseind zijn | zullen doorgeseind zijn | zullen doorgeseind zijn | zullen doorgeseind zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgeseind zijn | zou doorgeseind zijn | zou/zoudt doorgeseind zijn | zoudt doorgeseind zijn | zou doorgeseind zijn | zouden doorgeseind zijn | zouden doorgeseind zijn | zouden doorgeseind zijn |