vervoeging van de bedrijvende vorm van draineren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | draineren | te draineren | ||||||||
toekomend | zullen draineren | te zullen draineren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedraineerd | te hebben gedraineerd | ||||||||
toekomend | gedraineerd zullen hebben | gedraineerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
drainerend | gedraineerd | ev. draineer |
mv. verouderd draineert |
drainere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | draineer | draineert | draineert | draineert | draineert | draineren | draineren | draineren | |||
verleden (o.v.t.) | draineerde | draineerde | draineerde | draineerde | draineerde | draineerden | draineerden | draineerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal draineren | zult/zal draineren | zult/zal draineren | zult draineren | zal draineren | zullen draineren | zullen draineren | zullen draineren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou draineren | zou draineren | zou(dt) draineren | zoudt draineren | zou draineren | zouden draineren | zouden draineren | zouden draineren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedraineerd | hebt gedraineerd | hebt/heeft gedraineerd | hebt gedraineerd | heeft gedraineerd | hebben gedraineerd | hebben gedraineerd | hebben gedraineerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedraineerd | had gedraineerd | had gedraineerd | hadt gedraineerd | had gedraineerd | hadden gedraineerd | hadden gedraineerd | hadden gedraineerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedraineerd hebben | zal/zult gedraineerd hebben | zult/zal gedraineerd hebben | zult gedraineerd hebben | zal gedraineerd hebben | zullen gedraineerd hebben | zullen gedraineerd hebben | zullen gedraineerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedraineerd hebben | zou gedraineerd hebben | zou/zoudt gedraineerd hebben | zoudt gedraineerd hebben | zou gedraineerd hebben | zouden gedraineerd hebben | zouden gedraineerd hebben | zouden gedraineerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedraineerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedraineerd | er is gedraineerd | |||||||||
verleden | er werd gedraineerd | er was gedraineerd | |||||||||
toekomend | er zal gedraineerd worden | er zal gedraineerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedraineerd worden | er zou gedraineerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedraineerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedraineerd worden | gedraineerd te worden | ||||||||
toekomend | gedraineerd zullen worden | gedraineerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedraineerd zijn | gedraineerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedraineerd zullen zijn | gedraineerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedraineerd | wordt gedraineerd | wordt gedraineerd | wordt gedraineerd | wordt gedraineerd | worden gedraineerd | worden gedraineerd | worden gedraineerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedraineerd | werd gedraineerd | werd gedraineerd | werdt gedraineerd | werd gedraineerd | werden gedraineerd | werden gedraineerd | werden gedraineerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedraineerd worden | zult gedraineerd worden | zult gedraineerd worden | zult gedraineerd worden | zal gedraineerd worden | zullen gedraineerd worden | zullen gedraineerd worden | zullen gedraineerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedraineerd worden | zou gedraineerd worden | zou/zoudt gedraineerd worden | zoudt gedraineerd worden | zou gedraineerd worden | zouden gedraineerd worden | zouden gedraineerd worden | zouden gedraineerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedraineerd | bent gedraineerd | bent/is gedraineerd | zijt gedraineerd | is gedraineerd | zijn gedraineerd | zijn gedraineerd | zijn gedraineerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedraineerd | was gedraineerd | was gedraineerd | waart gedraineerd | was gedraineerd | waren gedraineerd | waren gedraineerd | waren gedraineerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedraineerd zijn | zult gedraineerd zijn | zult gedraineerd zijn | zult gedraineerd zijn | zal gedraineerd zijn | zullen gedraineerd zijn | zullen gedraineerd zijn | zullen gedraineerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedraineerd zijn | zou gedraineerd zijn | zou/zoudt gedraineerd zijn | zoudt gedraineerd zijn | zou gedraineerd zijn | zouden gedraineerd zijn | zouden gedraineerd zijn | zouden gedraineerd zijn |