flitsen/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord flitsen/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord flitsen/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je flitsen/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord flitsen/vervoeging is hier. De definitie van het woord flitsen/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanflitsen/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van flitsen
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig flitsen te flitsen
toekomend zullen flitsen te zullen flitsen
voltooid tegenwoordig hebben geflitst te hebben geflitst
toekomend geflitst zullen hebben geflitst te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
flitsend geflitst ev.
flits		 mv. verouderd
flitst		 flitse
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) flits flitst flitst flitst flitst flitsen flitsen flitsen
verleden (o.v.t.) flitste flitste flitste flitste flitste flitsten flitsten flitsten
toekomend (o.t.t.t.) zal flitsen zult/zal flitsen zult/zal flitsen zult flitsen zal flitsen zullen flitsen zullen flitsen zullen flitsen
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou flitsen zou flitsen zou(dt) flitsen zoudt flitsen zou flitsen zouden flitsen zouden flitsen zouden flitsen
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb geflitst hebt geflitst hebt/heeft geflitst hebt geflitst heeft geflitst hebben geflitst hebben geflitst hebben geflitst
verleden (v.v.t.) had geflitst had geflitst had geflitst hadt geflitst had geflitst hadden geflitst hadden geflitst hadden geflitst
toekomend (v.t.t.t.) zal geflitst hebben zal/zult geflitst hebben zult/zal geflitst hebben zult geflitst hebben zal geflitst hebben zullen geflitst hebben zullen geflitst hebben zullen geflitst hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou geflitst hebben zou geflitst hebben zou/zoudt geflitst hebben zoudt geflitst hebben zou geflitst hebben zouden geflitst hebben zouden geflitst hebben zouden geflitst hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geflitst worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt geflitst er is geflitst
verleden er werd geflitst er was geflitst
toekomend er zal geflitst worden er zal geflitst zijn
voorwaardelijk er zou geflitst worden er zou geflitst zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot