vervoeging van de bedrijvende vorm van hoogspringen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | hoogspringen | hoog te springen | ||||||
toekomend | zullen hoogspringen hoog zullen springen |
te zullen hoogspringen hoog te zullen springen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben hooggesprongen | te hebben hooggesprongen | ||||||
toekomend | hooggesprongen zullen hebben | hooggesprongen te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
hoogspringend | hooggesprongen | ev. spring hoog |
mv. verouderd springt hoog |
springe hoog | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | spring hoog | springt hoog | springt hoog | springt hoog | springt hoog | springen hoog | springen hoog | springen hoog | |
verleden (o.v.t.) | sprong hoog | sprong hoog | sprong hoog | sprong hoog | sprong hoog | sprongen hoog | sprongen hoog | sprongen hoog | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal hoogspringen | zult/zal hoogspringen | zult/zal hoogspringen | zult hoogspringen | zal hoogspringen | zullen hoogspringen | zullen hoogspringen | zullen hoogspringen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou hoogspringen | zou hoogspringen | zou(dt) hoogspringen | zoudt hoogspringen | zou hoogspringen | zouden hoogspringen | zouden hoogspringen | zouden hoogspringen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | hoogspring | hoogspringt | hoogspringt | hoogspringt | hoogspringt | hoogspringen | hoogspringen | hoogspringen | |
verleden (o.v.t.) | hoogsprong | hoogsprong | hoogsprong | hoogsprong | hoogsprong | hoogsprongen | hoogsprongen | hoogsprongen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal hoogspringen hoog zal springen |
zult/zal hoogspringen hoog zult/zal springen |
zult/zal hoogspringen hoog zult/zal springen |
zult hoogspringen hoog zult springen |
zal hoogspringen hoog zal springen |
zullen hoogspringen hoog zullen springen |
zullen hoogspringen hoog zullen springen |
zullen hoogspringen hoog zullen springen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou hoogspringen hoog zou springen |
zou hoogspringen hoog zou springen |
zou(dt) hoogspringen hoog zou(dt) springen |
zoudt hoogspringen hoog zoudt springen |
zou hoogspringen hoog zou springen |
zouden hoogspringen hoog zouden springen |
zouden hoogspringen hoog zouden springen |
zouden hoogspringen hoog zouden springen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb hooggesprongen | hebt hooggesprongen | hebt/heeft hooggesprongen | hebt hooggesprongen | heeft hooggesprongen | hebben hooggesprongen | hebben hooggesprongen | hebben hooggesprongen | |
verleden (v.v.t.) | had hooggesprongen | had hooggesprongen | had hooggesprongen | hadt hooggesprongen | had hooggesprongen | hadden hooggesprongen | hadden hooggesprongen | hadden hooggesprongen | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal hooggesprongen hebben | zal/zult hooggesprongen hebben | zult/zal hooggesprongen hebben | zult hooggesprongen hebben | zal hooggesprongen hebben | zullen hooggesprongen hebben | zullen hooggesprongen hebben | zullen hooggesprongen hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou hooggesprongen hebben | zou hooggesprongen hebben | zou/zoudt hooggesprongen hebben | zoudt hooggesprongen hebben | zou hooggesprongen hebben | zouden hooggesprongen hebben | zouden hooggesprongen hebben | zouden hooggesprongen hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm hooggesprongen worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt hooggesprongen | er is hooggesprongen | |||||||
verleden | er werd hooggesprongen | er was hooggesprongen | |||||||
toekomend | er zal hooggesprongen worden | er zal hooggesprongen zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou hooggesprongen worden | er zou hooggesprongen zijn |