vervoeging van de bedrijvende vorm van indienen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | indienen | in te dienen | ||||||||
toekomend | zullen indienen in zullen dienen |
te zullen indienen in te zullen dienen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ingediend | te hebben ingediend | ||||||||
toekomend | ingediend zullen hebben | ingediend te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
indienend | ingediend | ev. dien in |
mv. verouderd dient in |
diene in (bijzin) indiene | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | dien in | dient in | dient in | dient in | dient in | dienen in | dienen in | dienen in | |||
verleden (o.v.t.) | diende in | diende in | diende in | diende in | diende in | dienden in | dienden in | dienden in | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal indienen | zult/zal indienen | zult/zal indienen | zult indienen | zal indienen | zullen indienen | zullen indienen | zullen indienen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou indienen | zou indienen | zou(dt) indienen | zoudt indienen | zou indienen | zouden indienen | zouden indienen | zouden indienen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | indien | indient | indient | indient | indient | indienen | indienen | indienen | |||
verleden (o.v.t.) | indiende | indiende | indiende | indiende | indiende | indienden | indienden | indienden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal indienen in zal dienen |
zult/zal indienen in zult/zal dienen |
zult/zal indienen in zult/zal dienen |
zult indienen in zult dienen |
zal indienen in zal dienen |
zullen indienen in zullen dienen |
zullen indienen in zullen dienen |
zullen indienen in zullen dienen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou indienen in zou dienen |
zou indienen in zou dienen |
zou(dt) indienen in zou(dt) dienen |
zoudt indienen in zoudt dienen |
zou indienen in zou dienen |
zouden indienen in zouden dienen |
zouden indienen in zouden dienen |
zouden indienen in zouden dienen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ingediend | hebt ingediend | hebt/heeft ingediend | hebt ingediend | heeft ingediend | hebben ingediend | hebben ingediend | hebben ingediend | |||
verleden (v.v.t.) | had ingediend | had ingediend | had ingediend | hadt ingediend | had ingediend | hadden ingediend | hadden ingediend | hadden ingediend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ingediend hebben | zal/zult ingediend hebben | zult/zal ingediend hebben | zult ingediend hebben | zal ingediend hebben | zullen ingediend hebben | zullen ingediend hebben | zullen ingediend hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ingediend hebben | zou ingediend hebben | zou/zoudt ingediend hebben | zoudt ingediend hebben | zou ingediend hebben | zouden ingediend hebben | zouden ingediend hebben | zouden ingediend hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ingediend worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ingediend | er is ingediend | |||||||||
verleden | er werd ingediend | er was ingediend | |||||||||
toekomend | er zal ingediend worden | er zal ingediend zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ingediend worden | er zou ingediend zijn | |||||||||
lijdende vorm ingediend worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ingediend worden | ingediend te worden | ||||||||
toekomend | ingediend zullen worden | ingediend te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ingediend zijn | ingediend te zijn | ||||||||
toekomend | ingediend zullen zijn | ingediend te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ingediend | wordt ingediend | wordt ingediend | wordt ingediend | wordt ingediend | worden ingediend | worden ingediend | worden ingediend | |||
verleden (o.v.t.) | werd ingediend | werd ingediend | werd ingediend | werdt ingediend | werd ingediend | werden ingediend | werden ingediend | werden ingediend | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ingediend worden | zult ingediend worden | zult ingediend worden | zult ingediend worden | zal ingediend worden | zullen ingediend worden | zullen ingediend worden | zullen ingediend worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ingediend worden | zou ingediend worden | zou/zoudt ingediend worden | zoudt ingediend worden | zou ingediend worden | zouden ingediend worden | zouden ingediend worden | zouden ingediend worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ingediend | bent ingediend | bent/is ingediend | zijt ingediend | is ingediend | zijn ingediend | zijn ingediend | zijn ingediend | |||
verleden (v.v.t.) | was ingediend | was ingediend | was ingediend | waart ingediend | was ingediend | waren ingediend | waren ingediend | waren ingediend | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ingediend zijn | zult ingediend zijn | zult ingediend zijn | zult ingediend zijn | zal ingediend zijn | zullen ingediend zijn | zullen ingediend zijn | zullen ingediend zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ingediend zijn | zou ingediend zijn | zou/zoudt ingediend zijn | zoudt ingediend zijn | zou ingediend zijn | zouden ingediend zijn | zouden ingediend zijn | zouden ingediend zijn |