ingooien/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ingooien/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ingooien/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ingooien/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ingooien/vervoeging is hier. De definitie van het woord ingooien/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaningooien/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van de bedrijvende vorm van ingooien
onbepaalde wijs kort lang
onvoltooid tegenwoordig ingooien in te gooien
toekomend zullen ingooien
in zullen gooien 		te zullen ingooien
in te zullen gooien
voltooid tegenwoordig hebben ingegooid te hebben ingegooid
toekomend ingegooid zullen hebben ingegooid te zullen hebben
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs
ingooiend ingegooid ev.
gooi in		 mv. verouderd
gooit in		 gooie in
(bijzin) ingooie
aantonende wijs enkelvoud meervoud
onvoltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
hoofdzin ik jij, je u gij, ge hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.) gooi in gooit in gooit in gooit in gooit in gooien in gooien in gooien in
verleden (o.v.t.) gooide in gooide in gooide in gooide in gooide in gooiden in gooiden in gooiden in
toekomend (o.t.t.t.) zal ingooien zult/zal ingooien zult/zal ingooien zult ingooien zal ingooien zullen ingooien zullen ingooien zullen ingooien
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou ingooien zou ingooien zou(dt) ingooien zoudt ingooien zou ingooien zouden ingooien zouden ingooien zouden ingooien
bijzin .. dat ik .. dat jij, je .. dat u .. dat gij .. dat hij, zij, het .. dat wij .. dat jullie .. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.) ingooi ingooit ingooit ingooit ingooit ingooien ingooien ingooien
verleden (o.v.t.) ingooide ingooide ingooide ingooide ingooide ingooiden ingooiden ingooiden
toekomend (o.t.t.t.) zal ingooien
in zal gooien 		zult/zal ingooien
in zult/zal gooien		 zult/zal ingooien
in zult/zal gooien		 zult ingooien
in zult gooien		 zal ingooien
in zal gooien		 zullen ingooien
in zullen gooien		 zullen ingooien
in zullen gooien		 zullen ingooien
in zullen gooien
voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou ingooien
in zou gooien 		zou ingooien
in zou gooien		 zou(dt) ingooien
in zou(dt) gooien		 zoudt ingooien
in zoudt gooien		 zou ingooien
in zou gooien		 zouden ingooien
in zouden gooien		 zouden ingooien
in zouden gooien		 zouden ingooien
in zouden gooien
voltooid eerste tweede derde eerste tweede derde
ik jij, je u gij hij, zij, het wij jullie zij
tegenwoordig (v.t.t.) heb ingegooid hebt ingegooid hebt/heeft ingegooid hebt ingegooid heeft ingegooid hebben ingegooid hebben ingegooid hebben ingegooid
verleden (v.v.t.) had ingegooid had ingegooid had ingegooid hadt ingegooid had ingegooid hadden ingegooid hadden ingegooid hadden ingegooid
toekomend (v.t.t.t.) zal ingegooid hebben zal/zult ingegooid hebben zult/zal ingegooid hebben zult ingegooid hebben zal ingegooid hebben zullen ingegooid hebben zullen ingegooid hebben zullen ingegooid hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.) zou ingegooid hebben zou ingegooid hebben zou/zoudt ingegooid hebben zoudt ingegooid hebben zou ingegooid hebben zouden ingegooid hebben zouden ingegooid hebben zouden ingegooid hebben
onpersoonlijke lijdende vorm ingegooid worden
onvoltooid voltooid
tegenwoordig er wordt ingegooid er is ingegooid
verleden er werd ingegooid er was ingegooid
toekomend er zal ingegooid worden er zal ingegooid zijn
voorwaardelijk er zou ingegooid worden er zou ingegooid zijn


Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot