vervoeging van de bedrijvende vorm van intikken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | intikken | in te tikken | ||||||||
toekomend | zullen intikken in zullen tikken |
te zullen intikken in te zullen tikken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ingetikt | te hebben ingetikt | ||||||||
toekomend | ingetikt zullen hebben | ingetikt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
intikkend | ingetikt | ev. tik in |
mv. verouderd tikt in |
tikke in (bijzin) intikke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | tik in | tikt in | tikt in | tikt in | tikt in | tikken in | tikken in | tikken in | |||
verleden (o.v.t.) | tikte in | tikte in | tikte in | tikte in | tikte in | tikten in | tikten in | tikten in | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal intikken | zult/zal intikken | zult/zal intikken | zult intikken | zal intikken | zullen intikken | zullen intikken | zullen intikken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou intikken | zou intikken | zou(dt) intikken | zoudt intikken | zou intikken | zouden intikken | zouden intikken | zouden intikken | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | intik | intikt | intikt | intikt | intikt | intikken | intikken | intikken | |||
verleden (o.v.t.) | intikte | intikte | intikte | intikte | intikte | intikten | intikten | intikten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal intikken in zal tikken |
zult/zal intikken in zult/zal tikken |
zult/zal intikken in zult/zal tikken |
zult intikken in zult tikken |
zal intikken in zal tikken |
zullen intikken in zullen tikken |
zullen intikken in zullen tikken |
zullen intikken in zullen tikken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou intikken in zou tikken |
zou intikken in zou tikken |
zou(dt) intikken in zou(dt) tikken |
zoudt intikken in zoudt tikken |
zou intikken in zou tikken |
zouden intikken in zouden tikken |
zouden intikken in zouden tikken |
zouden intikken in zouden tikken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ingetikt | hebt ingetikt | hebt/heeft ingetikt | hebt ingetikt | heeft ingetikt | hebben ingetikt | hebben ingetikt | hebben ingetikt | |||
verleden (v.v.t.) | had ingetikt | had ingetikt | had ingetikt | hadt ingetikt | had ingetikt | hadden ingetikt | hadden ingetikt | hadden ingetikt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ingetikt hebben | zal/zult ingetikt hebben | zult/zal ingetikt hebben | zult ingetikt hebben | zal ingetikt hebben | zullen ingetikt hebben | zullen ingetikt hebben | zullen ingetikt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ingetikt hebben | zou ingetikt hebben | zou/zoudt ingetikt hebben | zoudt ingetikt hebben | zou ingetikt hebben | zouden ingetikt hebben | zouden ingetikt hebben | zouden ingetikt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ingetikt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ingetikt | er is ingetikt | |||||||||
verleden | er werd ingetikt | er was ingetikt | |||||||||
toekomend | er zal ingetikt worden | er zal ingetikt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ingetikt worden | er zou ingetikt zijn | |||||||||
lijdende vorm ingetikt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ingetikt worden | ingetikt te worden | ||||||||
toekomend | ingetikt zullen worden | ingetikt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ingetikt zijn | ingetikt te zijn | ||||||||
toekomend | ingetikt zullen zijn | ingetikt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ingetikt | wordt ingetikt | wordt ingetikt | wordt ingetikt | wordt ingetikt | worden ingetikt | worden ingetikt | worden ingetikt | |||
verleden (o.v.t.) | werd ingetikt | werd ingetikt | werd ingetikt | werdt ingetikt | werd ingetikt | werden ingetikt | werden ingetikt | werden ingetikt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ingetikt worden | zult ingetikt worden | zult ingetikt worden | zult ingetikt worden | zal ingetikt worden | zullen ingetikt worden | zullen ingetikt worden | zullen ingetikt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ingetikt worden | zou ingetikt worden | zou/zoudt ingetikt worden | zoudt ingetikt worden | zou ingetikt worden | zouden ingetikt worden | zouden ingetikt worden | zouden ingetikt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ingetikt | bent ingetikt | bent/is ingetikt | zijt ingetikt | is ingetikt | zijn ingetikt | zijn ingetikt | zijn ingetikt | |||
verleden (v.v.t.) | was ingetikt | was ingetikt | was ingetikt | waart ingetikt | was ingetikt | waren ingetikt | waren ingetikt | waren ingetikt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ingetikt zijn | zult ingetikt zijn | zult ingetikt zijn | zult ingetikt zijn | zal ingetikt zijn | zullen ingetikt zijn | zullen ingetikt zijn | zullen ingetikt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ingetikt zijn | zou ingetikt zijn | zou/zoudt ingetikt zijn | zoudt ingetikt zijn | zou ingetikt zijn | zouden ingetikt zijn | zouden ingetikt zijn | zouden ingetikt zijn |