vervoeging van de bedrijvende vorm van kadastreren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | kadastreren | te kadastreren | ||||||||
toekomend | zullen kadastreren | te zullen kadastreren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gekadastreerd | te hebben gekadastreerd | ||||||||
toekomend | gekadastreerd zullen hebben | gekadastreerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
kadastrerend | gekadastreerd | ev. kadastreer |
mv. verouderd kadastreert |
kadastrere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | kadastreer | kadastreert | kadastreert | kadastreert | kadastreert | kadastreren | kadastreren | kadastreren | |||
verleden (o.v.t.) | kadastreerde | kadastreerde | kadastreerde | kadastreerde | kadastreerde | kadastreerden | kadastreerden | kadastreerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal kadastreren | zult/zal kadastreren | zult/zal kadastreren | zult kadastreren | zal kadastreren | zullen kadastreren | zullen kadastreren | zullen kadastreren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou kadastreren | zou kadastreren | zou(dt) kadastreren | zoudt kadastreren | zou kadastreren | zouden kadastreren | zouden kadastreren | zouden kadastreren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gekadastreerd | hebt gekadastreerd | hebt/heeft gekadastreerd | hebt gekadastreerd | heeft gekadastreerd | hebben gekadastreerd | hebben gekadastreerd | hebben gekadastreerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gekadastreerd | had gekadastreerd | had gekadastreerd | hadt gekadastreerd | had gekadastreerd | hadden gekadastreerd | hadden gekadastreerd | hadden gekadastreerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekadastreerd hebben | zal/zult gekadastreerd hebben | zult/zal gekadastreerd hebben | zult gekadastreerd hebben | zal gekadastreerd hebben | zullen gekadastreerd hebben | zullen gekadastreerd hebben | zullen gekadastreerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekadastreerd hebben | zou gekadastreerd hebben | zou/zoudt gekadastreerd hebben | zoudt gekadastreerd hebben | zou gekadastreerd hebben | zouden gekadastreerd hebben | zouden gekadastreerd hebben | zouden gekadastreerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gekadastreerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gekadastreerd | er is gekadastreerd | |||||||||
verleden | er werd gekadastreerd | er was gekadastreerd | |||||||||
toekomend | er zal gekadastreerd worden | er zal gekadastreerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gekadastreerd worden | er zou gekadastreerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gekadastreerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gekadastreerd worden | gekadastreerd te worden | ||||||||
toekomend | gekadastreerd zullen worden | gekadastreerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gekadastreerd zijn | gekadastreerd te zijn | ||||||||
toekomend | gekadastreerd zullen zijn | gekadastreerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gekadastreerd | wordt gekadastreerd | wordt gekadastreerd | wordt gekadastreerd | wordt gekadastreerd | worden gekadastreerd | worden gekadastreerd | worden gekadastreerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gekadastreerd | werd gekadastreerd | werd gekadastreerd | werdt gekadastreerd | werd gekadastreerd | werden gekadastreerd | werden gekadastreerd | werden gekadastreerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gekadastreerd worden | zult gekadastreerd worden | zult gekadastreerd worden | zult gekadastreerd worden | zal gekadastreerd worden | zullen gekadastreerd worden | zullen gekadastreerd worden | zullen gekadastreerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gekadastreerd worden | zou gekadastreerd worden | zou/zoudt gekadastreerd worden | zoudt gekadastreerd worden | zou gekadastreerd worden | zouden gekadastreerd worden | zouden gekadastreerd worden | zouden gekadastreerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gekadastreerd | bent gekadastreerd | bent/is gekadastreerd | zijt gekadastreerd | is gekadastreerd | zijn gekadastreerd | zijn gekadastreerd | zijn gekadastreerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gekadastreerd | was gekadastreerd | was gekadastreerd | waart gekadastreerd | was gekadastreerd | waren gekadastreerd | waren gekadastreerd | waren gekadastreerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekadastreerd zijn | zult gekadastreerd zijn | zult gekadastreerd zijn | zult gekadastreerd zijn | zal gekadastreerd zijn | zullen gekadastreerd zijn | zullen gekadastreerd zijn | zullen gekadastreerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekadastreerd zijn | zou gekadastreerd zijn | zou/zoudt gekadastreerd zijn | zoudt gekadastreerd zijn | zou gekadastreerd zijn | zouden gekadastreerd zijn | zouden gekadastreerd zijn | zouden gekadastreerd zijn |