Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kan is hier. De definitie van het woord
kan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de kan v / m
- (huishouden) serviesgoed om vloeistoffen uit te schenken
- De kan heeft een deksel en is beschilderd in groen en bruin.
- Een kan met melk.
- alles is in kannen en kruiken
alles is geregeld
- het onderste uit de kan (willen hebben)[7]
alles (willen hebben)
1. serviesgoed om vloeistoffen uit te schenken
de kan m
- (adel) Mongoolse of Turkse krijgsheer of vorst
- Hij was ontroerd door het verhaal van de laatste Tataarse kan. [8]
1. een Mongoolse of Turkse vorst
kan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kunnen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kunnen
- ▸ In een urinoir kan het ook soms moeilijk zijn om met iemand naast je te plassen. Hier was het nog lastiger omdat er twee mensen naast mij lagen, waarvan één tot overmaat van ramp de enige aanwezige vrouw was.[9]
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[10]
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kan" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ Weblink bron “onderste uit de kan”, Nederlands spreekwoordenboek
- ↑
Thiry, A.
Passanten op de Krim (2007) op website: shlama.be; geraadpleegd 2016-04-14
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
kan
- taal
kan
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kunne
kan
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kunne
kan
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kunne
kan
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kunne
kan
- water
kan
- (verouderd) met, samen
kan
- bloed (lichaamsvocht)
- (figuurlijk) bloed, bloedverwantschap, familie, geslacht
kan
- keunn
- «De klêenste sôorte wordt moa 1 cm grôot en de grotste zêesterre kan 1 m wordn met een oarmlengte van 45 cm.»
- De kleinste soort wordt maar 1 cm groot en de grootste zeester kan 1 m worden met een armlengte van 45 cm.
- «Wien't ni kanne keunn't leern.»
- Men is nooit te oud om te leren.
kan
- (reptielen) serpent, slang