vervoeging van de bedrijvende vorm van kapitaliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | kapitaliseren | te kapitaliseren | ||||||||
toekomend | zullen kapitaliseren | te zullen kapitaliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gekapitaliseerd | te hebben gekapitaliseerd | ||||||||
toekomend | gekapitaliseerd zullen hebben | gekapitaliseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
kapitaliserend | gekapitaliseerd | ev. kapitaliseer |
mv. verouderd kapitaliseert |
kapitalisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | kapitaliseer | kapitaliseert | kapitaliseert | kapitaliseert | kapitaliseert | kapitaliseren | kapitaliseren | kapitaliseren | |||
verleden (o.v.t.) | kapitaliseerde | kapitaliseerde | kapitaliseerde | kapitaliseerde | kapitaliseerde | kapitaliseerden | kapitaliseerden | kapitaliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal kapitaliseren | zult/zal kapitaliseren | zult/zal kapitaliseren | zult kapitaliseren | zal kapitaliseren | zullen kapitaliseren | zullen kapitaliseren | zullen kapitaliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou kapitaliseren | zou kapitaliseren | zou(dt) kapitaliseren | zoudt kapitaliseren | zou kapitaliseren | zouden kapitaliseren | zouden kapitaliseren | zouden kapitaliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gekapitaliseerd | hebt gekapitaliseerd | hebt/heeft gekapitaliseerd | hebt gekapitaliseerd | heeft gekapitaliseerd | hebben gekapitaliseerd | hebben gekapitaliseerd | hebben gekapitaliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gekapitaliseerd | had gekapitaliseerd | had gekapitaliseerd | hadt gekapitaliseerd | had gekapitaliseerd | hadden gekapitaliseerd | hadden gekapitaliseerd | hadden gekapitaliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekapitaliseerd hebben | zal/zult gekapitaliseerd hebben | zult/zal gekapitaliseerd hebben | zult gekapitaliseerd hebben | zal gekapitaliseerd hebben | zullen gekapitaliseerd hebben | zullen gekapitaliseerd hebben | zullen gekapitaliseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekapitaliseerd hebben | zou gekapitaliseerd hebben | zou/zoudt gekapitaliseerd hebben | zoudt gekapitaliseerd hebben | zou gekapitaliseerd hebben | zouden gekapitaliseerd hebben | zouden gekapitaliseerd hebben | zouden gekapitaliseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gekapitaliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gekapitaliseerd | er is gekapitaliseerd | |||||||||
verleden | er werd gekapitaliseerd | er was gekapitaliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gekapitaliseerd worden | er zal gekapitaliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gekapitaliseerd worden | er zou gekapitaliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gekapitaliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gekapitaliseerd worden | gekapitaliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gekapitaliseerd zullen worden | gekapitaliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gekapitaliseerd zijn | gekapitaliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gekapitaliseerd zullen zijn | gekapitaliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gekapitaliseerd | wordt gekapitaliseerd | wordt gekapitaliseerd | wordt gekapitaliseerd | wordt gekapitaliseerd | worden gekapitaliseerd | worden gekapitaliseerd | worden gekapitaliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gekapitaliseerd | werd gekapitaliseerd | werd gekapitaliseerd | werdt gekapitaliseerd | werd gekapitaliseerd | werden gekapitaliseerd | werden gekapitaliseerd | werden gekapitaliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gekapitaliseerd worden | zult gekapitaliseerd worden | zult gekapitaliseerd worden | zult gekapitaliseerd worden | zal gekapitaliseerd worden | zullen gekapitaliseerd worden | zullen gekapitaliseerd worden | zullen gekapitaliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gekapitaliseerd worden | zou gekapitaliseerd worden | zou/zoudt gekapitaliseerd worden | zoudt gekapitaliseerd worden | zou gekapitaliseerd worden | zouden gekapitaliseerd worden | zouden gekapitaliseerd worden | zouden gekapitaliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gekapitaliseerd | bent gekapitaliseerd | bent/is gekapitaliseerd | zijt gekapitaliseerd | is gekapitaliseerd | zijn gekapitaliseerd | zijn gekapitaliseerd | zijn gekapitaliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gekapitaliseerd | was gekapitaliseerd | was gekapitaliseerd | waart gekapitaliseerd | was gekapitaliseerd | waren gekapitaliseerd | waren gekapitaliseerd | waren gekapitaliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gekapitaliseerd zijn | zult gekapitaliseerd zijn | zult gekapitaliseerd zijn | zult gekapitaliseerd zijn | zal gekapitaliseerd zijn | zullen gekapitaliseerd zijn | zullen gekapitaliseerd zijn | zullen gekapitaliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gekapitaliseerd zijn | zou gekapitaliseerd zijn | zou/zoudt gekapitaliseerd zijn | zoudt gekapitaliseerd zijn | zou gekapitaliseerd zijn | zouden gekapitaliseerd zijn | zouden gekapitaliseerd zijn | zouden gekapitaliseerd zijn |