vervoeging van de bedrijvende vorm van karikaturiseren
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
karikaturiseren
|
te karikaturiseren
|
toekomend
|
zullen karikaturiseren
|
te zullen karikaturiseren
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
hebben gekarikaturiseerd
|
te hebben gekarikaturiseerd
|
toekomend
|
gekarikaturiseerd zullen hebben
|
gekarikaturiseerd te zullen hebben
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
karikaturiserend |
gekarikaturiseerd |
ev. karikaturiseer |
mv. verouderd karikaturiseert |
karikaturisere
|
aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
karikaturiseer |
karikaturiseert |
karikaturiseert |
karikaturiseert |
karikaturiseert |
karikaturiseren |
karikaturiseren |
karikaturiseren
|
verleden (o.v.t.) |
karikaturiseerde |
karikaturiseerde |
karikaturiseerde |
karikaturiseerde |
karikaturiseerde |
karikaturiseerden |
karikaturiseerden |
karikaturiseerden
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal karikaturiseren |
zult/zal karikaturiseren |
zult/zal karikaturiseren |
zult karikaturiseren |
zal karikaturiseren |
zullen karikaturiseren |
zullen karikaturiseren |
zullen karikaturiseren
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou karikaturiseren |
zou karikaturiseren |
zou(dt) karikaturiseren |
zoudt karikaturiseren |
zou karikaturiseren |
zouden karikaturiseren |
zouden karikaturiseren |
zouden karikaturiseren
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
heb gekarikaturiseerd |
hebt gekarikaturiseerd |
hebt/heeft gekarikaturiseerd |
hebt gekarikaturiseerd |
heeft gekarikaturiseerd |
hebben gekarikaturiseerd |
hebben gekarikaturiseerd |
hebben gekarikaturiseerd
|
verleden (v.v.t.) |
had gekarikaturiseerd |
had gekarikaturiseerd |
had gekarikaturiseerd |
hadt gekarikaturiseerd |
had gekarikaturiseerd |
hadden gekarikaturiseerd |
hadden gekarikaturiseerd |
hadden gekarikaturiseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal gekarikaturiseerd hebben |
zal/zult gekarikaturiseerd hebben |
zult/zal gekarikaturiseerd hebben |
zult gekarikaturiseerd hebben |
zal gekarikaturiseerd hebben |
zullen gekarikaturiseerd hebben |
zullen gekarikaturiseerd hebben |
zullen gekarikaturiseerd hebben
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gekarikaturiseerd hebben |
zou gekarikaturiseerd hebben |
zou/zoudt gekarikaturiseerd hebben |
zoudt gekarikaturiseerd hebben |
zou gekarikaturiseerd hebben |
zouden gekarikaturiseerd hebben |
zouden gekarikaturiseerd hebben |
zouden gekarikaturiseerd hebben
|
onpersoonlijke lijdende vorm gekarikaturiseerd worden
|
|
onvoltooid |
voltooid
|
tegenwoordig |
er wordt gekarikaturiseerd |
er is gekarikaturiseerd
|
verleden |
er werd gekarikaturiseerd |
er was gekarikaturiseerd
|
toekomend |
er zal gekarikaturiseerd worden |
er zal gekarikaturiseerd zijn
|
voorwaardelijk |
er zou gekarikaturiseerd worden |
er zou gekarikaturiseerd zijn
|
lijdende vorm gekarikaturiseerd worden
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
gekarikaturiseerd worden
|
gekarikaturiseerd te worden
|
toekomend
|
gekarikaturiseerd zullen worden
|
gekarikaturiseerd te zullen worden
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
gekarikaturiseerd zijn
|
gekarikaturiseerd te zijn
|
toekomend
|
gekarikaturiseerd zullen zijn
|
gekarikaturiseerd te zullen zijn
|
|
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
word gekarikaturiseerd |
wordt gekarikaturiseerd |
wordt gekarikaturiseerd |
wordt gekarikaturiseerd |
wordt gekarikaturiseerd |
worden gekarikaturiseerd |
worden gekarikaturiseerd |
worden gekarikaturiseerd
|
verleden (o.v.t.) |
werd gekarikaturiseerd |
werd gekarikaturiseerd |
werd gekarikaturiseerd |
werdt gekarikaturiseerd |
werd gekarikaturiseerd |
werden gekarikaturiseerd |
werden gekarikaturiseerd |
werden gekarikaturiseerd
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal gekarikaturiseerd worden |
zult gekarikaturiseerd worden |
zult gekarikaturiseerd worden |
zult gekarikaturiseerd worden |
zal gekarikaturiseerd worden |
zullen gekarikaturiseerd worden |
zullen gekarikaturiseerd worden |
zullen gekarikaturiseerd worden
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou gekarikaturiseerd worden |
zou gekarikaturiseerd worden |
zou/zoudt gekarikaturiseerd worden |
zoudt gekarikaturiseerd worden |
zou gekarikaturiseerd worden |
zouden gekarikaturiseerd worden |
zouden gekarikaturiseerd worden |
zouden gekarikaturiseerd worden
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
ben gekarikaturiseerd |
bent gekarikaturiseerd |
bent/is gekarikaturiseerd |
zijt gekarikaturiseerd |
is gekarikaturiseerd |
zijn gekarikaturiseerd |
zijn gekarikaturiseerd |
zijn gekarikaturiseerd
|
verleden (v.v.t.) |
was gekarikaturiseerd |
was gekarikaturiseerd |
was gekarikaturiseerd |
waart gekarikaturiseerd |
was gekarikaturiseerd |
waren gekarikaturiseerd |
waren gekarikaturiseerd |
waren gekarikaturiseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal gekarikaturiseerd zijn |
zult gekarikaturiseerd zijn |
zult gekarikaturiseerd zijn |
zult gekarikaturiseerd zijn |
zal gekarikaturiseerd zijn |
zullen gekarikaturiseerd zijn |
zullen gekarikaturiseerd zijn |
zullen gekarikaturiseerd zijn
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gekarikaturiseerd zijn |
zou gekarikaturiseerd zijn |
zou/zoudt gekarikaturiseerd zijn |
zoudt gekarikaturiseerd zijn |
zou gekarikaturiseerd zijn |
zouden gekarikaturiseerd zijn |
zouden gekarikaturiseerd zijn |
zouden gekarikaturiseerd zijn
|