las

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord las. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord las, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je las in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord las is hier. De definitie van het woord las zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: la'sLA's, L.A.'s
  • las
  • In de betekenis van ‘verbinding’ voor het eerst aangetroffen in 1409 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord las lassen
verkleinwoord lasje lasjes

de lasm

  1. (techniek) vastverbonden voeg tussen twee metalen voorwerpen
vervoeging van
lezen

las

  1. enkelvoud verleden tijd van lezen
    • Ik las. 
    • Jij las. 
    • Hij, zij, het las. 
     Ik bladerde erdoorheen en las eindeloze verhalen over hoe geweldig die burger was: ‘Goddelijk – al dat lopen waard’, ‘Drie Michelinsterren’, ‘Nog nooit zo’n grote burger gezien’ en ‘Ik ga een franchise openen in Londen’.[3]
vervoeging van
lassen

las

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lassen
    • Ik las. 
  2. gebiedende wijs van lassen
    • Las! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lassen
    • Las je? 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


las mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord la


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   las las
  vrouwelijk   lasse lasses

las

  1. vermoeid


las

  1. last; iets wat een mens hindert


  • las

las

  1. verleden tijd van lesa

las

  1. verleden tijd van lese


las m

  1. bos


las v/mv

  1. de


  • las

las

  1. genitief meervoud van laso


las

  1. last; iets wat een mens hindert