vervoeging van de bedrijvende vorm van lijsten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | lijsten | te lijsten | ||||||||
toekomend | zullen lijsten | te zullen lijsten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gelijst | te hebben gelijst | ||||||||
toekomend | gelijst zullen hebben | gelijst te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
lijstend | gelijst | ev. lijst |
mv. verouderd lijst |
lijste | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | lijst | lijst | lijst | lijst | lijst | lijsten | lijsten | lijsten | |||
verleden (o.v.t.) | lijstte | lijstte | lijstte | lijstte | lijstte | lijstten | lijstten | lijstten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal lijsten | zult/zal lijsten | zult/zal lijsten | zult lijsten | zal lijsten | zullen lijsten | zullen lijsten | zullen lijsten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou lijsten | zou lijsten | zou(dt) lijsten | zoudt lijsten | zou lijsten | zouden lijsten | zouden lijsten | zouden lijsten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gelijst | hebt gelijst | hebt/heeft gelijst | hebt gelijst | heeft gelijst | hebben gelijst | hebben gelijst | hebben gelijst | |||
verleden (v.v.t.) | had gelijst | had gelijst | had gelijst | hadt gelijst | had gelijst | hadden gelijst | hadden gelijst | hadden gelijst | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gelijst hebben | zal/zult gelijst hebben | zult/zal gelijst hebben | zult gelijst hebben | zal gelijst hebben | zullen gelijst hebben | zullen gelijst hebben | zullen gelijst hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gelijst hebben | zou gelijst hebben | zou/zoudt gelijst hebben | zoudt gelijst hebben | zou gelijst hebben | zouden gelijst hebben | zouden gelijst hebben | zouden gelijst hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gelijst worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gelijst | er is gelijst | |||||||||
verleden | er werd gelijst | er was gelijst | |||||||||
toekomend | er zal gelijst worden | er zal gelijst zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gelijst worden | er zou gelijst zijn | |||||||||
lijdende vorm gelijst worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gelijst worden | gelijst te worden | ||||||||
toekomend | gelijst zullen worden | gelijst te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gelijst zijn | gelijst te zijn | ||||||||
toekomend | gelijst zullen zijn | gelijst te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gelijst | wordt gelijst | wordt gelijst | wordt gelijst | wordt gelijst | worden gelijst | worden gelijst | worden gelijst | |||
verleden (o.v.t.) | werd gelijst | werd gelijst | werd gelijst | werdt gelijst | werd gelijst | werden gelijst | werden gelijst | werden gelijst | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gelijst worden | zult gelijst worden | zult gelijst worden | zult gelijst worden | zal gelijst worden | zullen gelijst worden | zullen gelijst worden | zullen gelijst worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gelijst worden | zou gelijst worden | zou/zoudt gelijst worden | zoudt gelijst worden | zou gelijst worden | zouden gelijst worden | zouden gelijst worden | zouden gelijst worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gelijst | bent gelijst | bent/is gelijst | zijt gelijst | is gelijst | zijn gelijst | zijn gelijst | zijn gelijst | |||
verleden (v.v.t.) | was gelijst | was gelijst | was gelijst | waart gelijst | was gelijst | waren gelijst | waren gelijst | waren gelijst | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gelijst zijn | zult gelijst zijn | zult gelijst zijn | zult gelijst zijn | zal gelijst zijn | zullen gelijst zijn | zullen gelijst zijn | zullen gelijst zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gelijst zijn | zou gelijst zijn | zou/zoudt gelijst zijn | zoudt gelijst zijn | zou gelijst zijn | zouden gelijst zijn | zouden gelijst zijn | zouden gelijst zijn |