vervoeging van de bedrijvende vorm van mineraliseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | mineraliseren | te mineraliseren | ||||||||
toekomend | zullen mineraliseren | te zullen mineraliseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gemineraliseerd | te hebben gemineraliseerd | ||||||||
toekomend | gemineraliseerd zullen hebben | gemineraliseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
mineraliserend | gemineraliseerd | ev. mineraliseer |
mv. verouderd mineraliseert |
mineralisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | mineraliseer | mineraliseert | mineraliseert | mineraliseert | mineraliseert | mineraliseren | mineraliseren | mineraliseren | |||
verleden (o.v.t.) | mineraliseerde | mineraliseerde | mineraliseerde | mineraliseerde | mineraliseerde | mineraliseerden | mineraliseerden | mineraliseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal mineraliseren | zult/zal mineraliseren | zult/zal mineraliseren | zult mineraliseren | zal mineraliseren | zullen mineraliseren | zullen mineraliseren | zullen mineraliseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou mineraliseren | zou mineraliseren | zou(dt) mineraliseren | zoudt mineraliseren | zou mineraliseren | zouden mineraliseren | zouden mineraliseren | zouden mineraliseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gemineraliseerd | hebt gemineraliseerd | hebt/heeft gemineraliseerd | hebt gemineraliseerd | heeft gemineraliseerd | hebben gemineraliseerd | hebben gemineraliseerd | hebben gemineraliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gemineraliseerd | had gemineraliseerd | had gemineraliseerd | hadt gemineraliseerd | had gemineraliseerd | hadden gemineraliseerd | hadden gemineraliseerd | hadden gemineraliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemineraliseerd hebben | zal/zult gemineraliseerd hebben | zult/zal gemineraliseerd hebben | zult gemineraliseerd hebben | zal gemineraliseerd hebben | zullen gemineraliseerd hebben | zullen gemineraliseerd hebben | zullen gemineraliseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemineraliseerd hebben | zou gemineraliseerd hebben | zou/zoudt gemineraliseerd hebben | zoudt gemineraliseerd hebben | zou gemineraliseerd hebben | zouden gemineraliseerd hebben | zouden gemineraliseerd hebben | zouden gemineraliseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gemineraliseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gemineraliseerd | er is gemineraliseerd | |||||||||
verleden | er werd gemineraliseerd | er was gemineraliseerd | |||||||||
toekomend | er zal gemineraliseerd worden | er zal gemineraliseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gemineraliseerd worden | er zou gemineraliseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gemineraliseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gemineraliseerd worden | gemineraliseerd te worden | ||||||||
toekomend | gemineraliseerd zullen worden | gemineraliseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gemineraliseerd zijn | gemineraliseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gemineraliseerd zullen zijn | gemineraliseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gemineraliseerd | wordt gemineraliseerd | wordt gemineraliseerd | wordt gemineraliseerd | wordt gemineraliseerd | worden gemineraliseerd | worden gemineraliseerd | worden gemineraliseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gemineraliseerd | werd gemineraliseerd | werd gemineraliseerd | werdt gemineraliseerd | werd gemineraliseerd | werden gemineraliseerd | werden gemineraliseerd | werden gemineraliseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gemineraliseerd worden | zult gemineraliseerd worden | zult gemineraliseerd worden | zult gemineraliseerd worden | zal gemineraliseerd worden | zullen gemineraliseerd worden | zullen gemineraliseerd worden | zullen gemineraliseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gemineraliseerd worden | zou gemineraliseerd worden | zou/zoudt gemineraliseerd worden | zoudt gemineraliseerd worden | zou gemineraliseerd worden | zouden gemineraliseerd worden | zouden gemineraliseerd worden | zouden gemineraliseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gemineraliseerd | bent gemineraliseerd | bent/is gemineraliseerd | zijt gemineraliseerd | is gemineraliseerd | zijn gemineraliseerd | zijn gemineraliseerd | zijn gemineraliseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gemineraliseerd | was gemineraliseerd | was gemineraliseerd | waart gemineraliseerd | was gemineraliseerd | waren gemineraliseerd | waren gemineraliseerd | waren gemineraliseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gemineraliseerd zijn | zult gemineraliseerd zijn | zult gemineraliseerd zijn | zult gemineraliseerd zijn | zal gemineraliseerd zijn | zullen gemineraliseerd zijn | zullen gemineraliseerd zijn | zullen gemineraliseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gemineraliseerd zijn | zou gemineraliseerd zijn | zou/zoudt gemineraliseerd zijn | zoudt gemineraliseerd zijn | zou gemineraliseerd zijn | zouden gemineraliseerd zijn | zouden gemineraliseerd zijn | zouden gemineraliseerd zijn |