10 Resultaten gevonden voor "opzetten/vervoeging".

opzetten/vervoeging

t.) opzet opzet opzet opzet opzet opzetten opzetten opzetten verleden (o.v.t.) opzette opzette opzette opzette opzette opzetten opzetten opzetten toekomend...


opzetten

naamwoord opzet opzetten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opzetten ...dat wij opzetten.  ...dat jullie opzetten.  ...dat zij opzetten.  Het woord...


opzettend

Geluid:  opzettend    (hulp, bestand) op·zet·tend opzettend onvoltooid deelwoord van opzetten...


opzet

tegenwoordige tijd van opzetten ... dat ik opzet.  (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzetten ... dat jij opzet.  (in een bijzin)...


opzettende

Geluid:  opzettende    (hulp, bestand) op·zet·ten·de opzettende verbogen vorm van opzettend, het onvoltooid deelwoord van opzetten Het woord opzettende staat...


opzette

Geluid:  opzette    (hulp, bestand) op·zet·te opzette (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opzetten ... dat ik opzette.  ... dat jij opzette.  ......


zet op

woorden staan zet (…) op enkelvoud tegenwoordige tijd van opzetten gebiedende wijs van opzetten Het woord zet op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal...


establir

establir opzetten, oprichten, stichten vaststellen, uitvinden, constateren...


zetten op

zetten (…) op meervoud tegenwoordige tijd van opzetten zetten (…) op meervoud verleden tijd van opzetten Wij zetten op.  Jullie zetten op.  Zij zetten...


aixecar

aixecar optillen, opheffen, verhogen wegnemen, wegbrengen opzetten, opbouwen aixecar-se...