vervoeging van de bedrijvende vorm van overgooien | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | overgooien | over te gooien | ||||||
toekomend | zullen overgooien over zullen gooien |
te zullen overgooien over te zullen gooien | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben overgegooid | te hebben overgegooid | ||||||
toekomend | overgegooid zullen hebben | overgegooid te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
overgooiend | overgegooid | ev. gooi over |
mv. verouderd gooit over |
gooie over (bijzin) overgooie | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | gooi over | gooit over | gooit over | gooit over | gooit over | gooien over | gooien over | gooien over | |
verleden (o.v.t.) | gooide over | gooide over | gooide over | gooide over | gooide over | gooiden over | gooiden over | gooiden over | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal overgooien | zult/zal overgooien | zult/zal overgooien | zult overgooien | zal overgooien | zullen overgooien | zullen overgooien | zullen overgooien | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overgooien | zou overgooien | zou(dt) overgooien | zoudt overgooien | zou overgooien | zouden overgooien | zouden overgooien | zouden overgooien | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | overgooi | overgooit | overgooit | overgooit | overgooit | overgooien | overgooien | overgooien | |
verleden (o.v.t.) | overgooide | overgooide | overgooide | overgooide | overgooide | overgooiden | overgooiden | overgooiden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal overgooien over zal gooien |
zult/zal overgooien over zult/zal gooien |
zult/zal overgooien over zult/zal gooien |
zult overgooien over zult gooien |
zal overgooien over zal gooien |
zullen overgooien over zullen gooien |
zullen overgooien over zullen gooien |
zullen overgooien over zullen gooien | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou overgooien over zou gooien |
zou overgooien over zou gooien |
zou(dt) overgooien over zou(dt) gooien |
zoudt overgooien over zoudt gooien |
zou overgooien over zou gooien |
zouden overgooien over zouden gooien |
zouden overgooien over zouden gooien |
zouden overgooien over zouden gooien | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb overgegooid | hebt overgegooid | hebt/heeft overgegooid | hebt overgegooid | heeft overgegooid | hebben overgegooid | hebben overgegooid | hebben overgegooid | |
verleden (v.v.t.) | had overgegooid | had overgegooid | had overgegooid | hadt overgegooid | had overgegooid | hadden overgegooid | hadden overgegooid | hadden overgegooid | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal overgegooid hebben | zal/zult overgegooid hebben | zult/zal overgegooid hebben | zult overgegooid hebben | zal overgegooid hebben | zullen overgegooid hebben | zullen overgegooid hebben | zullen overgegooid hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou overgegooid hebben | zou overgegooid hebben | zou/zoudt overgegooid hebben | zoudt overgegooid hebben | zou overgegooid hebben | zouden overgegooid hebben | zouden overgegooid hebben | zouden overgegooid hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm overgegooid worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt overgegooid | er is overgegooid | |||||||
verleden | er werd overgegooid | er was overgegooid | |||||||
toekomend | er zal overgegooid worden | er zal overgegooid zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou overgegooid worden | er zou overgegooid zijn |